The transition from the Late Roman period to the Middle Ages in Northern Gaul remains rather obscure. Since very few written sources survived, archaeological research is the main source for the... Show moreThe transition from the Late Roman period to the Middle Ages in Northern Gaul remains rather obscure. Since very few written sources survived, archaeological research is the main source for the knowledge of Early Medieval society. Theories of deserted land after the retreat of the Romans and repopulation by Germanic mass migration were rife. During the years 2001-2010 I got the opportunity to excavate an Early Medieval burial ground with 513 graves at Broechem (B, prov. of Antwerp). For the first time in Flanders modern excavation techniques and interdisciplinary post-excavation research were applied on a Merovingian cemetery. This approach tells us more about rituals, technical features, costume traditions etc., but also provides us with information regarding the socio-economic relations and the symbolic traditions. The geographic situation of Broechem in a remote area of Northern Gaul, on a loamy sand plateau enclosed by rivers, and the presence of multi-cultural objects in the grave goods, shed light on Early Medieval society. My research explores the meaning of this cemetery in this remote region by analyzing the material culture as a reflection of social and ideological life of this community in this transition period. Show less
Het oostelijk deel van West-Friesland was in de midden- en late bronstijd (ca. 1600-800 v. Chr.) een dichtbevolkt gebied met vele boerendorpjes. Door de goede conserveringsomstandigheden is de... Show moreHet oostelijk deel van West-Friesland was in de midden- en late bronstijd (ca. 1600-800 v. Chr.) een dichtbevolkt gebied met vele boerendorpjes. Door de goede conserveringsomstandigheden is de regio een schatkamer van de overblijfselen uit die tijd. In deze studie zijn oude opgravingsgegevens uitgewerkt en vertaald naar nieuwe inzichten in de inrichting en ontwikkeling van dit indrukwekkende prehistorische cultuurlandschap. Een van de opvallende resultaten van dit onderzoek is dat de nederzettingsterreinen vaak vele generaties bewoond zijn, maar tegelijkertijd een dynamisch karakter hebben. Continuïteit was er op locaties waar een huisplaats is ingericht: nieuwe boerderijen werden vaak generaties lang op dezelfde plaats als de voorgangers gebouwd. Maar we zien ook dat huisplaatsen die generaties lang bewoond zijn geweest, op een zeker moment werden opgegeven en een andere functie krijgen. Door de lange bewoningsduur van terreinen en goede conservering en herkenbaarheid van grondsporen, zijn de Westfriese vindplaatsen bij uitstek geschikt om deze dynamiek in beeld te brengen. Veel beter dan elders in Nederland is het mogelijk inzicht te krijgen in de keuzes die men in de bronstijd heeft gemaakt bij de inrichting van het landschap. Dat maakt deze studie een ijkpunt voor bronstijdonderzoek in Nederland, maar ook in Noordwest-Europa. Show less
Graven en bronsdepots uit de periode van het late neolithicum tot en met het begin van de midden-bronstijd (2850-1500 voor Christus) kennen we goed. De vraag die in dit artikel centraal staat, is... Show moreGraven en bronsdepots uit de periode van het late neolithicum tot en met het begin van de midden-bronstijd (2850-1500 voor Christus) kennen we goed. De vraag die in dit artikel centraal staat, is of de contractarcheologie dit beeld heeft bevestigd, of dat grootschalige opgravingen in ‘Malta-context’ andere soorten bewijs hebben opgeleverd. Zijn we in staat geweest huizen uit deze perioden te ontdekken, of nederzettingen? Zijn deze vergelijkbaar voor alle regio’s of zijn er regionale verschillen? Hebben we indicaties voor sociale gelaagdheid, voor migraties? Uit een recent verschenen synthese blijkt dat vooral nederzettingsgegevens onze perceptie van de periode hebben veranderd. Het traditionele beeld gebaseerd op grafgegevens moet volledig worden aangepast. Show less