Het strafrecht wordt gekenmerkt door eenzijdige bevoegdheidsuitoefening door de overheid. Niettemin doen zich binnen de context van de strafrechtspleging veelvuldig situaties voor waarin wordt... Show moreHet strafrecht wordt gekenmerkt door eenzijdige bevoegdheidsuitoefening door de overheid. Niettemin doen zich binnen de context van de strafrechtspleging veelvuldig situaties voor waarin wordt gehandeld op basis van wilsovereenstemming tussen Openbaar Ministerie en verdachte. De transactie, het voorwaardelijk sepot en het instrument van toezeggingen aan verdachten in ruil voor een getuigenverklaring zijn hiervan enkele duidelijke voorbeelden. Hoewel deze op consensualiteit gebaseerde procedures zich in de loop der jaren een vaste plaats binnen de strafrechtspleging hebben weten te verwerven, vormen zij vanuit theoretisch perspectief een vreemde eend in de bijt van de strafrechtelijke vijver. Dit onderzoek geeft antwoord op een aantal belangwekkende vragen die rijzen naar aanleiding van het gebruik van op consensualiteit gebaseerde procedures binnen het strafrecht. In de eerste plaats wordt bekeken of deze procedures kunnen worden gezien als overeenkomsten, hetgeen voor een aantal van hen inderdaad het geval blijkt te zijn. Nu deze overeenkomsten betrekking hebben op (de invulling van) strafrechtelijke bevoegdheden, wordt gesproken van strafrechtelijke overeenkomsten. Daarnaast buigt dit onderzoek zich over de vraag in hoeverre de traditionele, op eenzijdigheid gebaseerde strafrechtelijke verhoudingen ruimte tot het aangaan van strafrechtelijke overeenkomsten bieden. Tot slot wordt de vraag bekeken op welke wijze de strafrechtelijke overeenkomst dient te worden genormeerd. Gezien het feit dat op basis van wilsovereenstemming wordt gehandeld, ligt aansluiting bij het privaatrechtelijk contractenrecht in de rede, maar de vraag is of de strafrechtelijke context dit type normering toelaat. Show less
In de afgelopen twintig jaar is de roep om wijziging van de wettelijke regeling van het strafrechtelijk onderzoek steeds luider geworden. De wet is recentelijk al meermalen ingrijpend gewijzigd.... Show moreIn de afgelopen twintig jaar is de roep om wijziging van de wettelijke regeling van het strafrechtelijk onderzoek steeds luider geworden. De wet is recentelijk al meermalen ingrijpend gewijzigd. Het is opmerkelijk dat ondanks alle veranderingen de roep om wijziging niet verstomt. Uit het onderzoek blijkt dat een belangrijke bron voor de behoefte aan wijziging is gelegen in het feit dat het oorspronkelijke, door de wetgever gecreëerde evenwicht in de driehoeksverhouding tussen de procesdeelnemers is verschoven en verstoord. Dit onderzoek schetst tegen de achtergrond van het Wetboek van Strafvordering van 1926 de tachtigjarige ontwikkelingsgeschiedenis van de regeling van het vooronderzoek. Met het oog op de toekomst en in het bijzonder de actuele plannen tot wijziging van de regeling van het vooronderzoek wordt in dit onderzoek de vraag beantwoord aan welke maatschappelijke, rechtspolitieke en juridische ontwikkelingen de regeling van het strafrechtelijk vooronderzoek onderhevig is geweest en op welke wijze deze ontwikkelingen van invloed zijn geweest op die regeling. Deze bezinning op de ontwikkelingsgeschiedenis biedt inzicht in de achtergronden van de steeds terugkerende behoefte aan wetswijzigingen en kan bijdragen aan goed beargumenteerde, weloverwogen keuzes van de wetgever ten aanzien van het strafrechtelijk vooronderzoek in de toekomst. Show less