How we think about and act on the usefulness of scientific research has epistemological and political implications: what knowledge consists of, how it comes about and to what ends. In this... Show moreHow we think about and act on the usefulness of scientific research has epistemological and political implications: what knowledge consists of, how it comes about and to what ends. In this dissertation, I situate the usefulness of scientific research in concrete places for knowledge exchange. The exchange of knowledge within and between environments is shaped by many spatial factors: from architectural designs, physical proximity and material infrastructures to city planning, regional development and geopolitics. And not only knowledge travels: also spatial models for research organisation circulate. Focusing on ‘utility spots’ instead of prominent scientists, dominant disciplines or powerful organisations is proposed as a fruitful way to highlight the intersection of political, societal, economic, cultural and scientific developments. In this dissertation I propose and develop the utility spot concept as spatio-historical approach to the epistemology of useful scientific research. This allows me to relate different utility concepts to the histories of science, universities, science policy, and the geopolitics of the Atlantic world in the second half of the twentieth century. Future research into previous, current and future organisation of scientific research with societal value could focus on the politics of proximity (in multiple dimensions) at various utility spots. Show less
Deze studie gaat over de zoektocht naar de determinanten, mechanismen en de kenmerken van psychopathologie vanuit wetenschapsfilosofisch perspectief. Zij is ontstaan vanuit de waarneming dat een... Show moreDeze studie gaat over de zoektocht naar de determinanten, mechanismen en de kenmerken van psychopathologie vanuit wetenschapsfilosofisch perspectief. Zij is ontstaan vanuit de waarneming dat een overvloed aan data gepaard gaat met een armoede aan goed onderbouwde en diepgaande theorieën. In deze studie gaat het om de filosofische grondslagen die voor theorievorming over psychopathologie nodig zijn. Het reflecteren over grondslagen van de psychopathologie krijgt te weinig aandacht. Het gaat daarbij zowel de filosofie van geneeskunde als om de filosofie van de biologie en de psychologie. Het resultaat van deze studie is onder andere dat psychische stoornissen met een chronisch beloop, als ontwikkelingsstoornissen opgevat, onderzocht en gediagnosticeerd moeten worden. Dat heeft ingrijpende consequenties voor het bestaande onderzoek naar kenmerken van patiënten en hun stoornissen. Als de ontwikkelingsdimensie wordt genegeerd, is de waarde van veel gangbaar onderzoek beperkt: het gaat ten koste van het vermogen om inzicht te krijgen in het ontstaan van een psychische stoornis. Verder beperkt het het vermogen om patiënten vroegtijdig en adequaat (preventief) te behandelen. Stoornissen zijn processen waarbij niets geheel en al vaststaat. Er ligt altijd een gunstige verbetering van de toestand van de patiënt binnen het bereik - hoe klein die verandering ook is. Show less
