In de periode 1945-1995 kwamen immigranten uit de (ex-)koloniën, buitenlandse werknemers en vluchtelingen/asielzoekers Nederland binnen. Ze hadden onderdak nodig. Hoe werden ze ontvangen en gingen... Show moreIn de periode 1945-1995 kwamen immigranten uit de (ex-)koloniën, buitenlandse werknemers en vluchtelingen/asielzoekers Nederland binnen. Ze hadden onderdak nodig. Hoe werden ze ontvangen en gingen ze er in de huisvesting bijhoren? In dit proefschrift is nagegaan of immigranten werden ingesloten in het bestel huisvesting en in de praktijk. Een belangrijke rol in in- of uitsluiting speelde definiëring: hoe werden nieuwkomers gezien? Het Ministerie van VROM en de woningcorporaties waren belangrijke organisaties waarmee immigranten te maken kregen. Hun vrijheid van handelen konden ze gebruiken om nieuwkomers in- of uit te sluiten. Het minderhedenbeleid (begin jaren tachtig) stelde alle ingezetenen gelijk. Dat betekende gelijke rechten én gelijke kansen voor iedereen. Beëindigden VROM en de woningcorporaties de achterstandspositie van immigranten en creëerden zij gelijke kansen? Vooral de positie van Surinamers/Antillianen en Turken/Marokkanen is nader onderzocht. In 1995 bleek de woonpositie van Surinamers/Antillianen nagenoeg gelijk aan die van autochtonen, de positie van Turken en Marokkanen bleef achter. De corporaties waren lang doorgegaan met het achterstellen van nieuwkomers, door hen te weigeren, te plaatsen waar zij hen hebben wilden, of slechtere huizen te verhuren. De gevolgen werkten lang door. VROM is deze handelwijze onvoldoende tegengegaan: het minderhedenbeleid werd door VROM ondergeschikt gemaakt aan het algemene volkshuisvestingsbeleid. De migratiegeschiedenis laat zien dat het overgrote deel van nieuwkomers er enkele generaties over doet om in de nieuwe samenleving opgenomen te worden, dit proefschrift laat zien dat de ontvangende samenleving er net zo lang over doet om te integreren Show less
Dit rapport is het resultaat van een verkennend onderzoek naar de culturele achtergronden van de handel in Nigeriaanse meisjes die naar Nederland komen om in de prostitutie te gaan werken. Een... Show moreDit rapport is het resultaat van een verkennend onderzoek naar de culturele achtergronden van de handel in Nigeriaanse meisjes die naar Nederland komen om in de prostitutie te gaan werken. Een belangrijke overeenkomst in de verhalen die deze meisjes de Nederlandse politie vertellen betreft de 'voodoo'-rituelen waaraan zij voor vertrek naar Nederland worden onderworpen. In het rapport komen de volgende vragen aan de orde: wat doen handelaren met denkbeelden van 'voodoo'? Hoe creëren zij daarmee een sfeer van angst en intimidatie? Hoe komt het dat dit voor de meisjes evenzeer een werkelijkheid wordt als dat in de sinistere betekenis van het woord ook voor velen in de Nederlandse samenleving het geval is? Het rapport stelt dat 'voodoo' in de Nigeriaanse praktijk niet bestaat (er is wel een aantal andere rituele praktijken waar op wordt ingegaan) en in de Nederlandse situatie een goed begrip van de omstandigheden verhindert. Het rapport behandelt de sociaal-economische situatie in Nigeria en Edo State, het district waar veel van de betrokken meisjes vandaan komen; de positie van vrouwen in Nigeria t.a.v. huwelijk, seksualiteit, prostitutie, en de culturele achtergronden daarvan; aspecten van religie in West Afrika en Edo; een gevalsstudie; en het ongedefinieerde gebruik van het begrip 'voodoo' door Nederlandse hulpverleningsinstanties Show less