In de loop van de eerste vier decennia van de twintigste eeuw dringt de poëzie vanaf 1880 door in bloemlezingen voor de hoogste klassen van gymnasium en h.b.s. In deze studie worden de overwegingen... Show moreIn de loop van de eerste vier decennia van de twintigste eeuw dringt de poëzie vanaf 1880 door in bloemlezingen voor de hoogste klassen van gymnasium en h.b.s. In deze studie worden de overwegingen om poëzie te bloemlezen en de keuzes die daaruit voortkomen van een vijftal bloemlezers (allen leraren) beschreven. Elk van hen propageert een methodiek om poëzie in de literatuurles te verwerken, van een open, globale kennismaking tot een intensieve analyse van een gedicht. Soms wordt een gedicht van een context voorzien maar doorgaans wordt een gedicht als zelfstandige tekst aangeboden. Naast deze bloemlezers brengt voordrachtskunstenaar Paul Huf ter ondersteuning van het onderwijs op een veertiental grammofoonplaten zijn gesproken bloemlezing. Zijn voordracht kan als voorbeeld dienen. Verder inventariseert deze studie de inhoud van 85 schoolbloemlezingen uit de periode 1898–1941 met in totaal 6758 gedichten van 254 dichters. Uit deze inventarisatie blijkt naast de voorkeur voor dichters uit de eerste jaren vanaf 1880 de vrij snelle popularisatie van anderen in de loop van de jaren 1920, 1930. Bloemlezers volgen op literair-historische gronden keuzes van voorgangers, daarnaast tonen zij een brede persoonlijke keuze. Schoolbloemlezingen representeren de voortgang van de contemporaine poëzieproductie en representeren het belang dat docenten voor de literatuurles hechten aan poëzie. Show less
The first of its kind, this volume collects more than seventy South African women’s voices, from 1652 until today. We share the joys and sorrows of these women through their entertaining, sometimes... Show moreThe first of its kind, this volume collects more than seventy South African women’s voices, from 1652 until today. We share the joys and sorrows of these women through their entertaining, sometimes disturbing texts. A testament to a significant segment of the linguistic and cultural history of the country, they speak in Dutch, then in different varieties of Afrikaans. The printing press arrived late at the Cape, and when it finally did, it took another century before the first publications by women appeared. Initially their writing bore a strong biblical influence, but gradually, as women began to have access to better educational opportunities, they began to produce literature of world stature in Afrikaans. Through this literature, we can see women’s perspectives on the tumultuous history of South Africa from colonisation to democracy as it unfolded. Show less