Deze bijdrage geeft een eerste overzicht van de zwaarbevochten handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen het VK en de EU in de context van de al vierenhalf jaar durende Brexit-saga. Samen met... Show moreDeze bijdrage geeft een eerste overzicht van de zwaarbevochten handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen het VK en de EU in de context van de al vierenhalf jaar durende Brexit-saga. Samen met het terugtrekkingsakkoord hebben de betrekkingen tussen de EU en VK nu een nieuw fundament – gegoten uit het oude cement van internationaal publieksrecht. De overeenkomst slaagt erin zowel de rode lijnen van de partijen te respecteren als de maalstromen van een no-deal te omzeilen. Dat dit in een turbulent politiek klimaat is gelukt is zeker voor een groot deel aan de volharding van de onderhandelingsteams van beide partijen te danken. Desalniettemin wordt op de honderden bladzijden van het akkoord keer op keer duidelijk dat het hier om een document gaat dat de schade van desintegratie regelt in plaats van de partijen hechter naar elkaar toe te laten groeien. Show less
De EU moet oppassen het brexitfalen alshet eigen gelijk van de Unie te zien. Doordat de brexit maar niet tot standkomt, draagt hij bij aan de gedachte dat het onmogelijk is de EU te verlaten.Om dit... Show moreDe EU moet oppassen het brexitfalen alshet eigen gelijk van de Unie te zien. Doordat de brexit maar niet tot standkomt, draagt hij bij aan de gedachte dat het onmogelijk is de EU te verlaten.Om dit tegen te gaan moet niet alleen de eigen aard van de brexit wordenerkend, maar moeten ook alternatieven worden ontwikkeld voor het volleEU-lidmaatschap. Bovendien moet, nu een EU-federatie verder weg is dan ooit, dedemocratische verankering van de EU in de lidstaten worden vergroot. Show less
Deze bijdrage poogt achtergrond en duiding te geven bij de recente ontwikkelingen rondom Brexit, identificeert de belangrijkste knelpunten, en bespreekt de resterende mogelijke uitkomsten: welke... Show moreDeze bijdrage poogt achtergrond en duiding te geven bij de recente ontwikkelingen rondom Brexit, identificeert de belangrijkste knelpunten, en bespreekt de resterende mogelijke uitkomsten: welke routes uit de loopgraven liggen nog open? Ook reflecteert deze bijdrage kort op de lessen die wel en niet uit het Brexit proces getrokken kunnen worden, onder andere inzake de effectiviteit van het recht op terugtrekking en de toekomstige ontwikkeling van de EU zelf. In het eindspel van Brexit zijn immers ook de eerste barsten in het pantser van de eenheid van de Unie zichtbaar geworden. Show less
La présente étude a pour objet d’analyser certains aspects de l’impact des politiques migratoires de l’Union Européenne sur la CEDEAO, le projet d’intégration économique régionale de l’Afrique de l... Show moreLa présente étude a pour objet d’analyser certains aspects de l’impact des politiques migratoires de l’Union Européenne sur la CEDEAO, le projet d’intégration économique régionale de l’Afrique de l’Ouest, et sur les politiques migratoires de trois pays de la région, à savoir le Nigeria, le Mali et le Niger. Elle s’intéresse en particulier aux perceptions divergentes de cette problématique en Europe et en Afrique de l’Ouest. Alors que pour les responsables européens, la migration en provenance d’Afrique subsaharienne s’est transformée depuis le début des années 2000 de simple problème en véritable crise, en Afrique de l’Ouest, elle n’est vue que comme une nouvelle phase dans l’histoire du difficile développement socioéconomique de la région. Cette étude reviendra sur la façon dont les relations qu’entretient l’UE avec l’Afrique de l’Ouest ont été et continuent d’être façonnées par la question migratoire, puis examinera et discutera des politiques migratoires de la CEDEAO dans ce contexte, analysera les paramètres de la question migratoire au Nigeria et au Mali, en insistant tout particulièrement sur la perspective historique dans laquelle ils s’inscrivent, discutera de la façon dont l’UE a cherché à influencer les politiques de ces pays dans ce domaine, examinera le cas particulier du Niger, ‘pays de transit’ devenu agent de l’immigration de l’UE, puis examinera et discutera des implications pour le développement socioéconomique de la région en général, et de ces trois pays en particulier. En conclusion, nous verrons que l’UE et les Etats d’Afrique de l’Ouest ayant une vision divergente des enjeux, tout dialogue ne peut produire que des initiatives inefficaces qui reflètent à la fois le manque de cohérence mais aussi la suprématie – en termes de ressources – de la position européenne. Des mesures seront également proposées afin d’aider à rétablir l’équilibre nécessaire à un dialogue et offrir un moyen de sortir d’une stratégie contestable - voire inexistante. Show less
Artikel 6:1 BW bepaalt dat verbintenissen 'slechts' ontstaan 'indien dit uit de wet voortvloeit'. In de parlementaire stukken over deze regel is veel aandacht voor de verhouding tussen geschreven... Show moreArtikel 6:1 BW bepaalt dat verbintenissen 'slechts' ontstaan 'indien dit uit de wet voortvloeit'. In de parlementaire stukken over deze regel is veel aandacht voor de verhouding tussen geschreven en ongeschreven recht, maar weinig aandacht voor de vraag uit welk type 'wet' een verbintenis kan voortvloeien. De ontwerpers zullen hebben gedacht aan wetten in materiële zin, opgesteld door de Nederlandse wetgever. Inmiddels weten we dat verbintenissen evengoed kunnen voortvloeien uit het EVRM en uit het primaire en secundaire Unierecht. Dit roept de vraag op of er geleidelijk een weeffout in het Burgerlijk Wetboek is ontstaan. Kan het Europese recht gelden als bron van verbintenissen in de zin van artikel 6:1 BW? Passen deze Europese verbintenissen in het Nederlandse stelsel? En is het noodzakelijk en wenselijk deze verbintenissen in dit stelsel in te weven? In mijn bijdrage probeer ik deze vragen te beantwoorden. Ik onderzoek of de uit het EVRM en het Unierecht voortvloeiende verbintenissen kunnen worden gekwalificeerd als verbintenissen ‘uit de wet’ in de zin van artikel 6:1 BW. Deze zoektocht voert onder meer langs Quint/Te Poel, de parlementaire geschiedenis, de Grondwet, artikel 41 EVRM, Van Gend & Loos, Francovich, Courage/Crehan, verschillende Europese verordeningen, Sturgeon en TenneT/ABB. Show less
Tussen september 2016 en mei 2017 verrichte het LeidenAsiaCentre onderzoek naar Chinese beleidsvisies en percepties inzake de Europese Unie, de EU-China relatie en bilaterale betrekkingen tussen... Show moreTussen september 2016 en mei 2017 verrichte het LeidenAsiaCentre onderzoek naar Chinese beleidsvisies en percepties inzake de Europese Unie, de EU-China relatie en bilaterale betrekkingen tussen Nederland en China. Dit artikel bevat een verkorte weergave van de belangrijkste onderzoeksbevindingen en conclusies naar aanleiding van een brede analyse van Chinese publicaties en een rondgang bij 30 beleidsmakers, diplomaten en waarnemers in Beijing, Shanghai, Brussel en Den Haag. Op grond van hun bevindingen stellen de auteurs dat het tijd is voor een realiteitscheck en herziening van het huidige China-beleid in Nederland en Europa. Show less
De Europese staatssteunregels stellen paal en perk aan de mogelijkheden voor lidstaten om ondernemingen financieel te steunen. Bij de handhaving van die regels komt een belangrijke taak toe aan de... Show moreDe Europese staatssteunregels stellen paal en perk aan de mogelijkheden voor lidstaten om ondernemingen financieel te steunen. Bij de handhaving van die regels komt een belangrijke taak toe aan de Europese Commissie en aan de nationale rechters. Deze rechters moeten de naleving van de besluiten van de Europese Commissie waarborgen, maar waar nodig ook zelf gevolgen verbinden aan een schending van de staatssteunregels. De Nederlandse rechter heeft zodoende bij de handhaving van de staatssteunregels op zijn minst op papier een belangrijke – en steeds belangrijker wordende – rol te vervullen. Daarbij moet hij niet alleen rekening houden met de relevante Europese regels, maar ook met de nationale (procedurele) context waarin hij opereert. Die kan nogal verschillen: zowel de burgerlijke rechter als de bestuurs- en belastingrechter kunnen namelijk met staatssteungeschillen worden geconfronteerd. In dit proefschrift wordt op basis van ruim tien jaar Nederlandse staatssteunrechtspraak geanalyseerd hoe deze rechters de hen toegewezen rol daadwerkelijk vervullen. Expliciete aandacht gaat uit naar de eisen die zij stellen aan het belang van de partijen, hoe zij beoordelen of van staatssteun sprake is, de gevolgen die zij daadwerkelijk aan schendingen van de staatssteunregels verbinden en de onderlinge verhouding tussen de Nederlandse rechter en de Europese Commissie. Show less
In pursuit of solutions to China’s inter-regional cross-border insolvency cooperation, the doctoral dissertation provides 10 original recommendations accompanied with comments, which are entitled ... Show moreIn pursuit of solutions to China’s inter-regional cross-border insolvency cooperation, the doctoral dissertation provides 10 original recommendations accompanied with comments, which are entitled “CICIA”. Show less
Deze bijdrage geeft een initiële analyse van de juridische kaders die Artikel 50 VEU neerlegt voor de terugtrekking van het VK. Welke regels gelden er, en welke beperkingen leggen deze regels, in...Show moreDeze bijdrage geeft een initiële analyse van de juridische kaders die Artikel 50 VEU neerlegt voor de terugtrekking van het VK. Welke regels gelden er, en welke beperkingen leggen deze regels, in principe, op aan dit proces? Hiertoe focust de analyse op enkele essentiële elementen van Artikel 50 VEU: het indienen en eventueel intrekken van een kennisgeving, de termijn voor het bereiken van een akkoord, de positie van het VK in de EU tijdens het onderhandelingsproces, het aantal en soort akkoorden dat gesloten dient te worden, en de eventuele noodzaak van een wijziging van de EU Verdragen. De bijdrage sluit af met enkele meer algemene observaties over Brexit en enkele suggesties voor de eventuele aanpassing van Artikel 50 VEU zelf. Show less
Op 5 maart 2015 wees het Europese Hof van Justitie arrest in twee prejudiciële procedures over de uitleg van de Richtlijn Productaansprakelijkheid (Richtlijn 85/374). Het ging kort gezegd om de... Show moreOp 5 maart 2015 wees het Europese Hof van Justitie arrest in twee prejudiciële procedures over de uitleg van de Richtlijn Productaansprakelijkheid (Richtlijn 85/374). Het ging kort gezegd om de kosten van verwijdering van een aantal specifieke pacemakers en defibrillatoren, medische hulpmiddelen dus. Van die hulpmiddelen stond vast dat ze tot een groep producten behoorden die een verhoogd veiligheidsrisico met zich brachten, maar het was niet zeker dat die specifieke exemplaren ook dat risico in zich droegen. Het Hof oordeelt dat ook die exemplaren ‘gebrekkig’ kunnen zijn in de zin van de Richtlijn en dat de kosten van vervanging onder het begrip ‘schade’ gebracht kunnen worden. Het arrest is van grote betekenis vanwege de door het Hof gehanteerde oprekking van de begrippen ‘gebrek’ en ‘schade’. Het arrest lijkt daarnaast relevant voor de verhouding tussen het productaansprakelijkheidsrecht en de recallverplichtingen uit het productveiligheidsrecht. Alle reden dus voor een annotatie. Show less