Purpose Breast-contour preservation (BCP) is possible for most women treated for early-stage breast cancer. BCP can be defined as primary breast-conserving treatment (BCT), neoadjuvant chemotherapy... Show morePurpose Breast-contour preservation (BCP) is possible for most women treated for early-stage breast cancer. BCP can be defined as primary breast-conserving treatment (BCT), neoadjuvant chemotherapy (NAC) followed by BCT and immediate postmastectomy breast reconstruction (IBR). This study provides insight in current BCP strategies in Denmark and the Netherlands and aims to identify opportunities for improvement within both countries. Methods A total of 92,881 patients with early-stage breast cancer who were operated in Denmark and the Netherlands between 2012 and 2017 were selected from the Danish Breast Cancer Group and the Dutch National Breast Cancer Audit databases. BCP procedures and predictive factors were analyzed within and between both countries. Results BCP was achieved in 76.7% (n = 16,355) of the Danish and in 74.5% (n = 53,328) of the Dutch patients. While BCP rate did not change significantly over time in Denmark (p = 0.250), a significant increase in BCP rate from 69.5% in 2012 to 78.5% in 2017 (p < 0.001) was observed in the Netherlands. In both countries, variation in BCP rates between hospitals decreased over time. NAC followed by BCT and postmastectomy IBR was substantially more often used in the Netherlands compared to Denmark, specifically in patients younger than 50 years. Conclusions In more than 75% of all Danish and Dutch patients, surgically treated for early-stage breast cancer, the breast-contour was preserved. The different use of BCP strategies within Denmark and the Netherlands and the differences observed between hospitals in both countries emphasize the need for more (inter)national consensus on treatment modalities. Show less
Groot, S. de; Pijl, H.; Charehbili, A.; Ven, S. van de; Smit, V.T.H.B.M.; Meershoek-Klein Kranenbarg, E.; ... ; Dutch Breast Canc Res Grp 2019
Dit proefschrift behelst een aantal klinische studies met betrekking tot de behandeling van borstkanker. Zowel aspecten van de locoregionale behandeling, d.w.z. chirurgie en bestraling, als van de... Show moreDit proefschrift behelst een aantal klinische studies met betrekking tot de behandeling van borstkanker. Zowel aspecten van de locoregionale behandeling, d.w.z. chirurgie en bestraling, als van de systemische behandeling, d.w.z. chemotherapie en hormonale therapie, worden belicht. Het proefschrift bestaat uit drie delen. Het eerste deel behelst de rol van de timing van chemotherapie t.o.v. de operatie bij de behandeling van borstkanker. Hieruit blijkt onder meer dat het geven van chemotherapie voorafgaand aan de operatie leidt tot "krimpen" van het gezwel en derhalve tot een stijging in het aantal borstsparende behandelingen. In deel twee wordt de rol van de locoregionale behandeling, d.w.z. chirurgie en bestraling, bij borstkanker bestudeerd. Tevens worden potenti_le voorspellende factoren voor het optreden van een lokaal recidief bestudeerd. Met name jonge vrouwen die borstsparende therapie ondergaan blijken een verhoogd risico te hebben op het optreden van een lokaal recidief. Het optreden van het lokale recidief lijkt voorspeld te kunnen worden door overexpressie van de tumorcel marker, genaamd PS6K. In deel drie wordt dieper ingegaan op vrouwen jonger dan veertig jaar met borstkanker. Deze groep vrouwen heeft een slechte prognose vergeleken met oudere vrouwen en de oorzaak hiervoor is onduidelijk. Derhalve wordt op dit moment geadviseerd om iedere vrouw jonger dan 35 jaar met borstkanker te behandelen met chemotherapie. In deel 3 wordt aangetoond dat er wel degelijk jonge vrouwen te identificeren zijn met een goede prognose waarbij de vraag gesteld kan worden of het geven van chemotherapie bij deze vrouwen wel noodzakelijk is. Show less