Wat bepaalt de kwaliteit van gehechtheid? In een grootschalig onderzoek, Generation R, zijn de stresshuishouding en enkele kandidaatgenen van de kinderen onderzocht, en het gedrag van de ouder. De... Show moreWat bepaalt de kwaliteit van gehechtheid? In een grootschalig onderzoek, Generation R, zijn de stresshuishouding en enkele kandidaatgenen van de kinderen onderzocht, en het gedrag van de ouder. De gehechtheidsrelatie is de relatie tussen een kind en een ouder (of andere stabiele verzorger) die in het eerste levensjaar wordt opgebouwd. Veilig gehechte kinderen gebruiken hun ouder als veilige haven van waar ze de omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen hebben hier moeite mee; zij kunnen niet de juiste balans vinden tussen contact met de ouder en het verkennen van de omgeving. Dit onderzoek laat zien dat onveilig gehechte kinderen heftiger op stress reageren dan veilig gehechte kinderen. Wanneer er sprake was van depressie in het leven van de moeder, leidt dit tot een verdere toename van stress bij de onveilig gehechte kinderen. Hetzelfde gold voor onveilig gehechte kinderen met een risico-gen dat verantwoordelijk is voor een minder goede stressregulatie. Verder vonden we dat sensitief opvoedgedrag van moeder leidde tot meer veilige gehechtheid, maar alleen wanneer het kind een bepaalde variant van een gen droeg dat van belang is bij het omgaan met stress. De resultaten laten de kwetsbaarheid en stressgevoeligheid van onveilig gehechte kinderen zien. Daarnaast kunnen we op basis van de huidige resultaten zeggen dat insensitief opvoedgedrag, depressie van moeder en genetische risico’s een rol spelen bij onveilige gehechtheid. De ontwikkeling van gehechtheid is complex, en het resultaat van het samenspel tussen biologische aspecten en de opvoedingsomgeving. Daarop moet toekomstig onderzoek dan ook gericht zijn. Show less
This thesis examined the development of adopted children to shed more light on the effects of deprivation on child development and the potential for catch-up and recovery after placement in the... Show moreThis thesis examined the development of adopted children to shed more light on the effects of deprivation on child development and the potential for catch-up and recovery after placement in the more advantageous environment of an adoptive family. In the first part of the thesis a meta-analysis is presented in which we compared adopted children’s attachment relationships with the normative attachment distribution of nonadopted children raised by their biological parents, and - as a comparison - we also compared the attachment distribution of foster children with the normative distribution. The second and third parts of the thesis focus on the development of former foster and post-institutionalized children, 11 to 16 months old at arrival, two and six months after their adoption from China. Several salient developmental domains were studied: attachment, cognitive and motor development, physical growth, stress regulation, and social-emotional behavior. Show less
In dit proefschrift staat ouderschap in de vroege kindertijd centraal, onder andere de reacties van volwassenen op het huilen van baby’s. Voor baby’s is huilen één van de belangrijkste manieren om... Show moreIn dit proefschrift staat ouderschap in de vroege kindertijd centraal, onder andere de reacties van volwassenen op het huilen van baby’s. Voor baby’s is huilen één van de belangrijkste manieren om te communiceren. Zo laten ze weten dat ze ergens behoefte aan hebben of zich niet lekker voelen. Maar niet alle ouders reageren op een sensitieve, liefdevolle manier: voor sommige ouders is het huilen van hun kind zo stressvol dat ze eerder op een hardhandige wijze reageren. In deze studie is onderzocht hoe volwassenen reageren op het huilen van een baby. Daarbij werd een standaard huilfragment van een pasgeboren kind gemanipuleerd en op verschillende hoogten afgespeeld. De toonhoogte van het huilgeluid en de manier waarop volwassenen het huilen interpreteren, bleken belangrijk te zijn. Hoge huilgeluiden vormen een risicofactor voor het stevig willen aanpakken van het kind. Zieke en premature kinderen hebben vaker zulke hoge huiltonen. Ook is onderzocht of verschillen in reactie op huilen erfelijk zijn. Dat is inderdaad het geval, maar niet voor alle aspecten van reageren op huilen. Verschillen in sensitieve reacties waren erfelijk bepaald, maar de neiging om het kind op een hardhandige manier aan te pakken niet. Show less