A reconstruction of the Théorie du Pouvoir, the first and major work of the French philosopher Louis de Bonald, shows that this work is best being read along the lines of political classicism: its... Show moreA reconstruction of the Théorie du Pouvoir, the first and major work of the French philosopher Louis de Bonald, shows that this work is best being read along the lines of political classicism: its syllogistic structure consists of a philosophical (deductive) maior, a historical (empirical) minor, and the political conclusion that the aristocratic authority and corporative forms characteristic of the preabsolutist era rather than ancien régime monarchy should be restored. As much as a frontal attack on the French Revolution and its Enlightenment ideas it can be regarded as a subtle defense of the nobility’s cause against absolutist policies. The common view that Bonald was a champion of absolutism should be replaced by the view that he continued Montesquieu and prefigured Tocqueville. As an archetypical conservative Bonald cannot be said to be a mere precursor of fascism. This is demonstrated in the epilogue, which discusses the ways that Bonald’s ideas have been transmitted, adopted and transformed not just by the modern extreme-right but also by French royalism, German romanticism, panslavism, carlism, conservatism in Latin and Northern America, Dutch neocalvinism, French liberalism, the Catholic Church, corporatism, christian-democracy, the social sciences, socialism, anarchism, men of letters, esoteric traditionalism and islamic fundamentalism. Show less
This book is about the politics of nature conservation in late New Order and early Reformasi Indonesia. It approaches the subject through discourse analysis. Understanding politics as a struggle... Show moreThis book is about the politics of nature conservation in late New Order and early Reformasi Indonesia. It approaches the subject through discourse analysis. Understanding politics as a struggle for discourse hegemony it analyses both processes of policy- and lawmaking in Jakarta and of implementation in national parks, and their outcomes, and addresses a number of questions: Which discourses have dominated conservation policies and laws throughout history? How did Ministers, members of Parliament, state officials, NGOs and residents of national parks try to decide debates on conservation in their advantage? Which unwritten rules helped or constrained them in this effort? How did the struggle for discourse hegemony affect policy and law, policy- and lawmaking and implementation? Based on rich empirical case material the book argues that a multitude of discourses have come to co-exist which enabled actors to use arguments strategically, and that various actors have succeeded to mobilise discourses enabling them to participate in the debate without obligations. The results of this study go beyond participating in the debate on what element of sustainable development to focus on but link the policy debate to the debate on governance and rule of law. Show less
In haar proefschrift ‘De rechtspositie der Chinezen in Nederlands-Indië 1848-1942’, subtitel wetgevingsbeleid tussen beginsel en belang, beschrijft en analyseert Patricia Tjiook-Liem de... Show moreIn haar proefschrift ‘De rechtspositie der Chinezen in Nederlands-Indië 1848-1942’, subtitel wetgevingsbeleid tussen beginsel en belang, beschrijft en analyseert Patricia Tjiook-Liem de ontwikkelingen in die rechtspositie en het wetgevingsbeleid van de koloniale en rijkswetgever ten aanzien van deze bevolkingsgroep. Het juridisch dualisme in Nederlands-Indië, zoals dat verankerd was in het Regeringsreglement (de grondwet) van Nederlands-Indië en waarvoor ras en geloof als criteria dienden, betekende een afzonderlijk recht en een daarbijbehorende afzonderlijke rechtspraak voor de twee hoofdgroepen van de bevolking: Europeanen en Inlanders. Chinezen en andere oosterse, niet-inheemse bevolkingsgroepen waren als gelijkgestelden met Inlanders aan het begin van de onderzoeksperiode onderworpen aan het voor de inheemse bevolking geldende rechtssysteem. Aan het eind van de onderzoeksperiode was de rechtspositie der Chinezen vrijwel gelijk met die der Europeanen. Die ontwikkeling in de rechtspositie hing nauw samen met de betekenis die de Chinese bevolkingsgroep had voor het gouvernement. Het onderzoek beperkte zich niet alleen tot de vraag wat de rechtspositie der Chinezen op verschillende tijdstippen was, maar strekte zich ook uit over de vraag waarom die rechtspositie zo was en hoe deze als gevolg van het gevoerde wetgevingsbeleid werd gewijzigd. In zeven hoofdstukken, die ieder een afzonderlijk rechtsgebied omvatten waarin de bijzondere rechtspositie der Chinezen naar voren kwam, worden deze vragen beantwoord. Niet beginselen of de in de wet genoemde criteria van ras en geloof, maar pragmatisme en belangen van het gouvernement bleken doorslaggevende factoren te zijn geweest voor het wetgevingsbeleid. Voor het onderzoek is extensief archiefonderzoek verricht, waarbij niet eerder gebruikt archiefmateriaal werd geraadpleegd. Show less
