Als een ICT-leverancier geen exoneratie in een overeenkomst met zijn klant opneemt, is hij in principe onbeperkt aansprakelijk als hij schade toebrengt bij de uitvoering van een ICT-project. Een... Show moreAls een ICT-leverancier geen exoneratie in een overeenkomst met zijn klant opneemt, is hij in principe onbeperkt aansprakelijk als hij schade toebrengt bij de uitvoering van een ICT-project. Een exoneratie is een clausule in een contract waarmee een leverancier zijn aansprakelijkheid uitsluit of beperkt. Rechters moeten terughoudend zijn met het opzij schuiven van exoneraties die zijn overeengekomen tussen professionele ICT-partijen. Ook als een ICT-leverancier een exoneratie overeenkomt, kunnen er omstandigheden zijn waardoor een rechter die exoneratie terzijde schuift. Deze omstandigheden worden geanalyseerd in dit proefschrift. Eén van de omstandigheden waaronder een leverancier geen beroep mag doen op zijn exoneratie is als hij opzettelijk of met bewuste roekeloosheid schade toebrengt aan zijn klant. Als hiervan geen sprake is, zijn er nog een aantal andere omstandigheden op grond waarvan exoneraties doorbroken kunnen worden. In het proefschrift wordt betoogd dat als geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, rechters terughoudend moeten zijn met het opzij schuiven van exoneraties die zijn overeengekomen tussen professionele partijen. Professionele partijen moeten vrij zijn om in hun contracten onderling risico's te verdelen. Exonereren is eigenlijk niets anders dan het verdelen van aansprakelijkheidsrisico's. Show less
De rechten en plichten van ouders, pleegouders en pleegkinderen zijn mede afhankelijk van de vraag of sprake is van een vrijwillige of justitiële plaatsing. De wet kent diverse voorzieningen waarin... Show moreDe rechten en plichten van ouders, pleegouders en pleegkinderen zijn mede afhankelijk van de vraag of sprake is van een vrijwillige of justitiële plaatsing. De wet kent diverse voorzieningen waarin speciale aandacht wordt gegeven aan de (rechts)positie van het pleegkind en/of zijn pleegouders. Maar deze en andere wettelijke voorzieningen bieden onvoldoende bescherming aan het recht van pleegouders en pleegkinderen op eerbiediging van hun gezinsleven (art. 8 EVRM), met name in geval van een langdurig verblijf van een pleegkind in een pleeggezin. De centrale vraag in deze studie is of, en zo ja in welke mate, de wet (en de praktijk) moet worden gewijzigd om bij langdurig verblijf van een kind in een pleeggezin (al dan niet in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel) aan het aldus ontstane gezinsleven (family life) de passende (ook door internationale verdragen verlangde) bescherming en erkenning te geven, onder gelijktijdige respectering van de rechten van de eigen ouders van het kind. De ervaringen met de aanpak van langdurige pleegzorg in de Verenigde Staten zijn bij de beschouwingen betrokken. Het onderzoek wordt afgesloten met voorstellen die moeten leiden tot een verbetering van het wettelijk kader, waarbij het accent ligt op de inrichting en hantering van kinderbeschermingsmaatregelen. Show less