In 1978, UNESCO Secretary General Amadou-Mahtar M’Bow compared cultural colonial objects to ‘witnesses to history’. Their treatment is one of the most debated questions of our time. Calls for a... Show moreIn 1978, UNESCO Secretary General Amadou-Mahtar M’Bow compared cultural colonial objects to ‘witnesses to history’. Their treatment is one of the most debated questions of our time. Calls for a novel international cultural order go back to decolonization. However, for decades, the issue has been treated as a matter of comity or been reduced to a Shakespearean dilemma: to return or not to return. This book seeks to go beyond these classic dichotomies. It argues that contemporary practices are at a tipping point. It shows that cultural takings were material to the colonial project throughout different periods (early takings, birth of modern nation state, nineteenth-century scramble for objects) and went far beyond looting. It relies on micro histories and object biographies to trace recurring justifications and contestations of takings and returns, and the complicity of anthropology, racial science, and professional networks in colonial collecting. It demonstrates the dual role of law and cultural heritage regulation in enabling colonial injustices, and mobilizing resistance thereto. It challenges the argument that takings were acceptable according to the standards of the time. Drawing on the interplay between justice, ethics, and human rights, it develops a theory of entanglement to rethink contemporary approaches. It shows that future engagement requires a reinvention of knowledge systems and relations towards objects, including new forms of consent, provenance research, partnership and a rethinking of the role of museums themselves. It proposes principles of relational cultural justice to confront ongoing historic, legal, and economic entanglements and enable normative transformation. Show less
Discrimination is still not sufficiently addressed within liberal democracies. Often only some groups are protected against discrimination and merely in certain situations. This leaves many who... Show moreDiscrimination is still not sufficiently addressed within liberal democracies. Often only some groups are protected against discrimination and merely in certain situations. This leaves many who suffer because of discrimination without recourse. And that is only one of the dilemmas with group-based approaches to the protection against discrimination. So why are these approaches so common? And can we find a viable alternative?In this new book, legal scholar Erwin Dijkstra answers these questions. His analysis is thorough, original, and thought-provoking. This makes Discrimination and the Foundation of Justice indispensable for anyone who seeks a better understanding of discrimination law, the relevant human rights context, and the debate on improving the protection against discrimination. That debate is brought to life through a thoughtful discussion of hotly debated topics like hate speech, affirmative action, and institutions that speak out against discrimination.As discrimination concerns us all, this book was written as a resource for all. It is meant to be read by those studying discrimination law professionally and the broader public alike. Show less
Emerging and developing states are home to powerful corporations capable of deploying economic activities internationally through the rapid pace of technological change and globalisation. But such... Show moreEmerging and developing states are home to powerful corporations capable of deploying economic activities internationally through the rapid pace of technological change and globalisation. But such corporations have to date been largely overlooked in the field of business and human rights. Treatment of such corporations has typically been in the context of supply chain studies, as subsidiaries of corporations from economically developed Western states. This book takes a radically different approach. It aims to investigate the conditions under which the European Union and its Member States regulate and remedy human rights violations by corporations from emerging and developing states. Stemming from the hypothesis that the EU intends to play a central role, Aleydis Nissen explores how the EU and its Member States attempt to ensure that EU-based businesses are not undercut by emerging competition, drawing on global examples to illustrate this developing phenomenon. Show less
Hingh, A. de; Konijnenbelt, H.; Bartels, C.; Kleij, H. van der; Borman, T.; Waaldijk, C.; Wees, L. van der 2022
Tenth edition of the Netherlands manual on how to refer to literature, case law, legislation and other sources in law publications written in Dutch. How to do footnotes, bibliographies,... Show moreTenth edition of the Netherlands manual on how to refer to literature, case law, legislation and other sources in law publications written in Dutch. How to do footnotes, bibliographies, abbreviations etc. (157 pages). Its first edition came out in 1997. Show less
Hartendorp, R.C.; Haricharan, S.P.S.; Lubbers, T. 2022
Het recht van het kind om in dit digitale tijdperk onbezorgd te kunnen spelen, zonder misleid of misbruikt te worden; daarover gaat deze elfde Mulock Houwer-lezing. Simone van der Hof, hoogleraar... Show moreHet recht van het kind om in dit digitale tijdperk onbezorgd te kunnen spelen, zonder misleid of misbruikt te worden; daarover gaat deze elfde Mulock Houwer-lezing. Simone van der Hof, hoogleraar Recht en Digitale Technologie aan de Universiteit Leiden, laat daarin zien dat het vaak vergeten recht op spelen zeker in deze tijd meer aandacht verdient. Ze legt uit hoe belangrijk digitaal spelen voor kinderen is geworden, maar ook welke vormen van dwang en uitbuiting ze daarin kunnen tegenkomen.Simone van der Hof pleit voor een verplichte keuring van digitale producten en diensten op basis van de kinderrechten. Daarmee verlengt zij als het ware het voetspoor van Daan Mulock Houwer naar de huidige tijd. Hij wilde kinderen beschermen tegen dwang en exploitatie, maar kon in zijn tijd de digitale vormen daarvan nog niet vermoeden. Show less
De sanctionering van jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf is in Nederland al langere tijd onderwerp van politieke en maatschappelijke discussie. In dit... Show moreDe sanctionering van jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf is in Nederland al langere tijd onderwerp van politieke en maatschappelijke discussie. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke sancties Nederland en andere Europese landen – België (Vlaanderen), Duitsland, Engeland en Wales, Ierland en Zweden – hanteren voor minderjarigen en jongvolwassenen (tot 23 jaar) die een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf hebben gepleegd. Ook wordt onderzocht wat de effectiviteit van deze sancties is en hoe de diverse sanctiestelsels zich verhouden tot internationale en Europese kinder- en mensenrechten. Vervolgens wordt gereflecteerd op de vraag in hoeverre de bevindingen van dit onderzoek aanleiding geven tot aanpassing van de Nederlandse strafrechtelijke aanpak van jeugdigen die worden veroordeeld voor een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf. Uiteindelijk resulteert het onderzoek in een aantal concrete aandachtspunten voor wetgeving en beleid en suggesties voor vervolgonderzoek die de wetgever en beleidsmakers beogen te ondersteunen bij het maken van goed geïnformeerde, weloverwogen en wetenschappelijk onderbouwde beslissingen omtrent dit vraagstuk. Hiermee legt dit onderzoek een belangrijke wetenschappelijke basis voor het ontwikkelen van een effectief en kinder- en mensenrechtenconform sanctiestelsel voor jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf in Nederland en daarbuiten. Show less
Koenraadt, R.M.; Boone, M.M.; Rap, S.E.; Kappert, S. 2021
Zowel de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als de bestuurlijke boete heeft als bestuursrechtelijk instrument de afgelopen decennia een proliferatie doorgemaakt. De VOG is als vorm van... Show moreZowel de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als de bestuurlijke boete heeft als bestuursrechtelijk instrument de afgelopen decennia een proliferatie doorgemaakt. De VOG is als vorm van antecedenten screening in onze samenleving ingeburgerd geraakt en wordt voor een toenemend aantal functies aangevraagd. De bestuurlijke boete wordt, anders dan oorspronkelijk beoogd, steeds vaker toegepast bij zware, complexe overtredingen en ook worden hoge boetes gesteld op relatief lichte feiten. Dit stelt ons voor de vraag in hoeverre het wenselijk is dat bestuurlijke boetes, hoe hoog ook, nooit in de VOG-screening kunnen worden betrokken, terwijl strafrechtelijke sancties, hoe licht ook, in beginsel altijd hierin kunnen worden betrokken. Dit onderzoek gaat op basis van juridisch-empirisch onderzoek in op zowel de realiseerbaarheid als de wenselijkheid van het betrekken van bestuurlijke boetes bij de VOG-screening. Aan de hand van een casestudy naar handhaving en integriteit in de financiële sector, waarvoor interviews zijn gehouden bij onder meer toezicht houders en beroepsverenigingen, zijn hiervoor uiteenlopende criteria, gezichtspunten en randvoorwaarden geformuleerd. Deze houden zowel de huidige VOG-regeling en de daarop gebaseerde beoordelingspraktijk als de bestuurlijke boete een spiegel voor. Show less
![European banking and financial law [2nd edition]](/sites/all/themes/scholarly/img/closed_access.png?solr_nav%5Bid%5D=88ad654dcf9a8b5df7ac&solr_nav%5Bpage%5D=0&solr_nav%5Boffset%5D=16)
