Op 29 april 2020 deed de Afdeling uitspraak in het nadeelcompensatiegeschil tussen North Sea Port N.V. en de minister van Economische Zaken. De minister zag in het nationaalrechtelijke... Show moreOp 29 april 2020 deed de Afdeling uitspraak in het nadeelcompensatiegeschil tussen North Sea Port N.V. en de minister van Economische Zaken. De minister zag in het nationaalrechtelijke schadevergoedingsregime – art. 6.3, eerste lid, Wnb – terecht geen grond voor toekenning van nadeelcompensatie. De minister heeft echter onvoldoende gemotiveerd waarom North Sea Port onterecht zou hebben aangevoerd dat de in art. 6.3, eerste lid, Wnb vervatte uitsluiting van de mogelijkheid van vergoeding van schade ten gevolge van een aanwijzingsbesluit als bedoeld in art. 2, eerste lid, Wnb, in strijd zou zijn met art. 1 EP EVRM. Wanneer daadwerkelijk sprake zou zijn van strijd met art. 1 EP EVRM, dient de in art. 6.3, eerste lid, Wnb vervatte uitsluiting in dit geval buiten toepassing te worden gelaten. J.H.M. Huijts onderzoekt welke gevolgen deze uitspraak heeft voor het overige nadeelcompensatierecht, en in hoeverre zij een oplossing kan bieden voor de hedendaagse en toekomstige schaduwschadeproblematiek. Show less