Although the outcomes of our daily-life risky decisions are often unknown (e.g., receiving or not receiving a fine after running a red light), the probabilities of these outcomes may also vary in... Show moreAlthough the outcomes of our daily-life risky decisions are often unknown (e.g., receiving or not receiving a fine after running a red light), the probabilities of these outcomes may also vary in uncertainty. That is, the probabilities may be known (risk) or unknown (ambiguity), which influences risk taking behavior to a great extent. A developmental phase associated with heightened risk taking is adolescence, yet how adolescents process risk and ambiguity, and the relation with real-life risk taking, remain elusive. Moreover, individual differences in observed risk taking behavior remain largely overlooked. In this PhD thesis risk and ambiguity processing in adolescents were decomposed using behavioral economics and fMRI, and related to real-life risk taking. The results indicated that risk and ambiguity differentially impact risk-taking behavior, and are processed by different neural mechanisms. In addition, individual variation in task-related and real-life risk taking highlighted that adolescence is not a phase of heightened risk taking for everyone. Moreover, it was found that real-life risk-taking and prosocial tendencies were both predicted by fun seeking, suggesting this trait may make individuals differentially susceptible to positive or negative outcomes. Together, this thesis points towards a more nuanced perspective on adolescent risk taking and its underlying components. Show less
Dit proefschrift beschrijft studies over prosociaal en antisociaal gedrag bij kinderen en de hieraan gerelateerde situationele en dispositionele factoren. De resultaten beschreven in dit... Show moreDit proefschrift beschrijft studies over prosociaal en antisociaal gedrag bij kinderen en de hieraan gerelateerde situationele en dispositionele factoren. De resultaten beschreven in dit proefschrift laten zien dat, ondanks de hoge kosten en lage baten, een substantieel deel van de kinderen uit de diverse studies zich prosociaal gedroeg richting een kind in nood of tijdens sociale uitsluiting van een ander. Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat specifieke kenmerken van de situatie ten grondslag liggen aan zowel prosociaal als antisociaal gedrag. Kinderen doneren bijvoorbeeld meer geld aan een goed doel wanneer zij dit een ander kind ook zien doen. Maar er is ook een verband gevonden tussen dispositionele factoren en prosociaal en antisociaal gedrag. Hoeveel geld kinderen doneren hangt bijvoorbeeld samen met de anatomie van hun hersenen en kinderen die volgens hun ouders hoge niveaus van agressie laten zien, vertonen ook in een andere situatie (op school) meer antisociaal gedrag. Dit proefschrift laat bovendien zien dat dispositionele factoren zoals angst en autistische trekken een kind meer of juist minder gevoelig kunnen maken voor situationele factoren. Show less
