Het einde van de Koude Oorlog betekende niet noodzakelijkerwijs het einde van de dienstplicht in Westerse democratie_n. De reactie van verschillende landen op het einde van de Koude Oorlog (of: de... Show moreHet einde van de Koude Oorlog betekende niet noodzakelijkerwijs het einde van de dienstplicht in Westerse democratie_n. De reactie van verschillende landen op het einde van de Koude Oorlog (of: de val van het IJzeren Gordijn) wordt gekenmerkt door een grote mate van variatie. Nederland en Zweden hebben ten opzichte van elkaar zeer verschillend gereageerd ten aanzien van de dienstplicht. Terwijl Nederland al in 1993 besloot de opkomstplicht op te schorten (wat de facto de afschaffing van de dienstplicht betekende) houdt Zweden tot op de dag van vandaag aan deze militaire institutie vast. De empirische vraag van dit onderzoek luidt dan ook: Waarom heeft Nederland de dienstplicht (vrij) snel na de Koude Oorlog afgeschaft en Zweden niet? De veronderstelling die in deze studie centraal staat is dat na de Koude Oorlog grote legers voor de landsverdediging overbodig werden. Dit stelde de defensieorganisaties voor grote uitdagingen. Daarom wordt het onderzoek in de bredere context van crises en hervormingsliteratuur geplaatst. De vraag is hoe de actoren binnen de organisaties op de veranderende veiligheidsomgeving hebben gereageerd. Het is de verwachting dat de beantwoording van de empirische vraag nieuwe inzichten verschaft in complexe hervormingen en beleidsveranderingen binnen consensus democratie _n. Een bijzondere rol binnen deze veranderingsprocessen wordt hierbij aan leiders toegeschreven. Het argument luidt dat de relatie tussen politieke en administratieve leiders een belangrijke factor is voor de timing, snelheid en omvang van hervormingen in de defensiesectoren van Nederland en Zweden. Bovendien wordt verondersteld dat de meeste leiders voor een conservatieve strategie kiezen. Dat wil zeggen dat zij de status-quo en de integriteit van een institutie zo lang mogelijk willen bewaren en hooguit incrementele verandering nastreven. Het onderzoek concentreert zich op de vragen waarom leiders hervormen, hoe zij het doen en wat de uitkomsten zijn, met betrekking tot beleidsveranderingen en de effectiviteit van crisismanagement. Show less