De rechten en plichten van ouders, pleegouders en pleegkinderen zijn mede afhankelijk van de vraag of sprake is van een vrijwillige of justitiële plaatsing. De wet kent diverse voorzieningen waarin... Show moreDe rechten en plichten van ouders, pleegouders en pleegkinderen zijn mede afhankelijk van de vraag of sprake is van een vrijwillige of justitiële plaatsing. De wet kent diverse voorzieningen waarin speciale aandacht wordt gegeven aan de (rechts)positie van het pleegkind en/of zijn pleegouders. Maar deze en andere wettelijke voorzieningen bieden onvoldoende bescherming aan het recht van pleegouders en pleegkinderen op eerbiediging van hun gezinsleven (art. 8 EVRM), met name in geval van een langdurig verblijf van een pleegkind in een pleeggezin. De centrale vraag in deze studie is of, en zo ja in welke mate, de wet (en de praktijk) moet worden gewijzigd om bij langdurig verblijf van een kind in een pleeggezin (al dan niet in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel) aan het aldus ontstane gezinsleven (family life) de passende (ook door internationale verdragen verlangde) bescherming en erkenning te geven, onder gelijktijdige respectering van de rechten van de eigen ouders van het kind. De ervaringen met de aanpak van langdurige pleegzorg in de Verenigde Staten zijn bij de beschouwingen betrokken. Het onderzoek wordt afgesloten met voorstellen die moeten leiden tot een verbetering van het wettelijk kader, waarbij het accent ligt op de inrichting en hantering van kinderbeschermingsmaatregelen. Show less