Objectives: The primary objective of this study is to identify the biographic, audiologic, and electrode position factors that influence speech perception performance in adult cochlear implant (CI)... Show moreObjectives: The primary objective of this study is to identify the biographic, audiologic, and electrode position factors that influence speech perception performance in adult cochlear implant (CI) recipients implanted with a device from a single manufacturer. The secondary objective is to investigate the independent association of the type of electrode (precurved or straight) with speech perception. Design: In a cross-sectional study design, speech perception measures and ultrahigh-resolution computed tomography scans were performed in 129 experienced CI recipients with a postlingual onset of hearing loss. Data were collected between December 2016 and January 2018 in the Radboud University Medical Center, Nijmegen, the Netherlands. The participants received either a precurved electrode (N = 85) or a straight electrode (N = 44), all from the same manufacturer. The biographic variables evaluated were age at implantation, level of education, and years of hearing loss. The audiometric factors explored were preoperative and postoperative pure-tone average residual hearing and preoperative speech perception score. The electrode position factors analyzed, as measured from images obtained with the ultrahigh-resolution computed tomography scan, were the scalar location, angular insertion depth of the basal and apical electrode contacts, and the wrapping factor (i.e., electrode-to-modiolus distance), as well as the type of electrode used. These 11 variables were tested for their effect on three speech perception outcomes: consonant-vowel-consonant words in quiet tests at 50 dB SPL (CVC50) and 65 dB SPL (CVC65), and the digits-in-noise test. Results: A lower age at implantation was correlated with a higher CVC50 phoneme score in the straight electrode group. Other biographic variables did not correlate with speech perception. Furthermore, participants implanted with a precurved electrode and who had poor preoperative hearing thresholds performed better in all speech perception outcomes than the participants implanted with a straight electrode and relatively better preoperative hearing thresholds. After correcting for biographic factors, audiometric variables, and scalar location, we showed that the precurved electrode led to an 11.8 percentage points (95% confidence interval: 1.4-20.4%; p = 0.03) higher perception score for the CVC50 phonemes compared with the straight electrode. Furthermore, contrary to our initial expectations, the preservation of residual hearing with the straight electrode was poor, as the median preoperative and the postoperative residual hearing thresholds for the straight electrode were 88 and 122 dB, respectively. Conclusions: Cochlear implantation with a precurved electrode results in a significantly higher speech perception outcome, independent of biographic factors, audiometric factors, and scalar location. Show less
Dit proefschrift onderzoekt de waarde van CT om de resultaten van cochleaire implantatie te evalueren en zo mogelijk te verbeteren. Hoofdstuk 2 beschrijft de elektrodepositie en het opvallend goede... Show moreDit proefschrift onderzoekt de waarde van CT om de resultaten van cochleaire implantatie te evalueren en zo mogelijk te verbeteren. Hoofdstuk 2 beschrijft de elektrodepositie en het opvallend goede spraakverstaan na herimplantatie met hetzelfde implantaat bij 15 patiënten met een defecte CI door een productiefout. Hoofdstuk 3 toonde retrospectief in 10 van de 35 patiënten (29%), waarbij twee sequentieel verkregen postoperatieve CT-scans beschikbaar waren, elektrodemigraties aan. Deze kunnen blijkbaar ook voorkomen in CI-patiënten zonder klachten van bijvoorbeeld een verminderd spraakverstaan. In Hoofdstuk 4 wordt aan de hand van pre- en postoperatieve CT scans van 336 patiënten de cochleaire morfologie en diens invloed op de elektrodepositie onderzocht. In Hoofdstuk 5 wordt een chirurgisch sturingshulpmiddel ontwikkeld dat in zijn finale vorm ruim 78% van de variatie in elektrodepositie kan voorspellen. In Hoofdstuk 6 kon geen enkele relatie aangetoond worden tussen diverse aspecten van de elektrodepositie op spraakverstaan met CI. Wel werd de invloed van verscheidene uit de literatuur bekende patiënt-gerelateerde variabelen op spraakverstaan herbevestigd. De algemene conclusie is, dat met CT-scans zowel de cochleaire anatomie als de positie van CI-elektrodes goed kan worden bestudeerd, maar dat de relatie tussen deze informatie en het resultaat van CI vooralsnog onduidelijk blijft. Show less