In 20e-eeuwse naslagwerken is niet veel geschreven over de cello in de Lage Landen in de 17e en 18e eeuw, wat doet denken dat het instrument in die tijd hier niet of amper gebruikt werd. Echter,... Show moreIn 20e-eeuwse naslagwerken is niet veel geschreven over de cello in de Lage Landen in de 17e en 18e eeuw, wat doet denken dat het instrument in die tijd hier niet of amper gebruikt werd. Echter, geschreven en pictoriale bronnen alsmede instrumenten en bladmuziek uit deze twee eeuwen geven wel informatie. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de cello in de Nederlanden veel meer gebruikt werd dan gedacht. Er werden hier instrumenten gebouwd, er werden zeer veel afbeeldingen geproduceerd (schilderijen, maar ook bijvoorbeeld gebruiksartikelen zoals tegels, drinkglazen en zilver) en er is ook een substantiële collectie muziek voor cello gecomponeerd, zowel voor cello solo als cello continuo. De meest verrassende uitkomst van het onderzoek is wel dat er door veel cellisten in de 17e eeuw een andere streektechniek (n.l. onderhands) werd gebruikt dan in de 18e eeuw. Deze uitkomst wordt ondersteund door een overweldigende collectie afbeeldingen. Deze andere streektechniek resulteert in een andere klank en articulatie wat een ander karakter aan een muziekstuk geeft. Daarnaast is er uitgebreid onderzoek gedaan naar Alexis Magito, lid van een beroemde 18e-eeuwse Rotterdamse familie van voornamelijk kermisklanten maar ook van enkele musici. Alexis was cellist, componist en graveur. Tijdens dit onderzoek is veel informatie over zijn levensloop boven water gekomen. Twee van zijn cellosonates zijn door de promovenda op cd gezet. Conclusie: het onderzoek laat zien dat de cello ook in de Lage Landen wijdverbreid was en dat er vele verschijningsvormen en speelwijzen waren. Show less