Salicylic acid (SA) is involved in mediating defense against biotrophic pathogens. The current knowledge of the SA-mediated signaling pathway and its effect on the transcriptional regulation of... Show moreSalicylic acid (SA) is involved in mediating defense against biotrophic pathogens. The current knowledge of the SA-mediated signaling pathway and its effect on the transcriptional regulation of defense responses are reviewed in this thesis. PR-1 is a marker gene for systemic acquired resistance (SAR) and we have shown that the plant-specific transcription factor WRKY50 binds to the Arabidopsis PR-1 promoter at two positions close to binding sites of TGA proteins, bZIP class transcription factors previously shown to be important for PR-1 expression. We found that WRKY50 interacts with TGAs and together they synergistically activate PR-1 expression. In addition, a number of W-boxes in the PR-1 promoter have been shown to be also important for expression. We have shown that WRKY28 is able to bind to these W-boxes and to activate PR-1 gene expression in protoplasts. We also describe the effects of overexpression of the WRKY50 and WRKY28 proteins in transgenic plants. High constitutive expression of the WRKY50 gene resulted in accumulation of PR-1 mRNA when the plants were treated with SA. The overexpression of WRKY50 and WRKY28 had no clear effect on the plants__ resistance to the biotrophic pathogens, and neither was this the case with WRKY50 T-DNA knockout plants. To investigate the WRKYs__ influence on metabolite composition, a 1H NMR spectroscopy-based metabolomic approach was applied. The WRKY50 overexpression plants contained two- to three-fold more sinapic acid derivatives. This indicates a possible involvement of WRKY50 on metabolite production, in particular of hydroxycinnamates such as sinapic acid. As these compounds are components of lignin, this may point to a role of WRKY50 in stress-induced lignin modification. Show less
Het einde van de Koude Oorlog betekende niet noodzakelijkerwijs het einde van de dienstplicht in Westerse democratie_n. De reactie van verschillende landen op het einde van de Koude Oorlog (of: de... Show moreHet einde van de Koude Oorlog betekende niet noodzakelijkerwijs het einde van de dienstplicht in Westerse democratie_n. De reactie van verschillende landen op het einde van de Koude Oorlog (of: de val van het IJzeren Gordijn) wordt gekenmerkt door een grote mate van variatie. Nederland en Zweden hebben ten opzichte van elkaar zeer verschillend gereageerd ten aanzien van de dienstplicht. Terwijl Nederland al in 1993 besloot de opkomstplicht op te schorten (wat de facto de afschaffing van de dienstplicht betekende) houdt Zweden tot op de dag van vandaag aan deze militaire institutie vast. De empirische vraag van dit onderzoek luidt dan ook: Waarom heeft Nederland de dienstplicht (vrij) snel na de Koude Oorlog afgeschaft en Zweden niet? De veronderstelling die in deze studie centraal staat is dat na de Koude Oorlog grote legers voor de landsverdediging overbodig werden. Dit stelde de defensieorganisaties voor grote uitdagingen. Daarom wordt het onderzoek in de bredere context van crises en hervormingsliteratuur geplaatst. De vraag is hoe de actoren binnen de organisaties op de veranderende veiligheidsomgeving hebben gereageerd. Het is de verwachting dat de beantwoording van de empirische vraag nieuwe inzichten verschaft in complexe hervormingen en beleidsveranderingen binnen consensus democratie _n. Een bijzondere rol binnen deze veranderingsprocessen wordt hierbij aan leiders toegeschreven. Het argument luidt dat de relatie tussen politieke en administratieve leiders een belangrijke factor is voor de timing, snelheid en omvang van hervormingen in de defensiesectoren van Nederland en Zweden. Bovendien wordt verondersteld dat de meeste leiders voor een conservatieve strategie kiezen. Dat wil zeggen dat zij de status-quo en de integriteit van een institutie zo lang mogelijk willen bewaren en hooguit incrementele verandering nastreven. Het onderzoek concentreert zich op de vragen waarom leiders hervormen, hoe zij het doen en wat de uitkomsten zijn, met betrekking tot beleidsveranderingen en de effectiviteit van crisismanagement. Show less