Summery: This study examined the development of 74 adolescents (13 to 17 years old, 62% boys) after their placement in the non-residential alternative educational facility School2Care, including... Show moreSummery: This study examined the development of 74 adolescents (13 to 17 years old, 62% boys) after their placement in the non-residential alternative educational facility School2Care, including the prevention of secure residential placement. Findings: Results showed that 70% of the adolescents were not placed in a secure residential facility up until six months after leaving the educational facility. Adaptive emotion regulation strategies and feelings of empower-ment showed positive changes and parent-reported externalizing problems decreased. No improvements were found in adolescents' future-time perspective, family functioning and parenting stress. Differences in family functioning, treatment motivation and teacher-reported therapeutic alliances predicted secure residential placement. Applications: Findings of this study provide some preliminary evidence that School2Care can possibly contribute to positive outcomes, which should be tested in (quasi-)experimental research, but also show that further improvement of the intervention may be required. Show less
Er is nog relatief weinig bekend over de opvoeding en de ontwikkeling van gedragsproblemen bij jonge kinderen in tweede-generatie Turkse gezinnen in Nederland. In deze studie werden ruim 150 tweede... Show moreEr is nog relatief weinig bekend over de opvoeding en de ontwikkeling van gedragsproblemen bij jonge kinderen in tweede-generatie Turkse gezinnen in Nederland. In deze studie werden ruim 150 tweede-generatie Turkse moeders met jonge kinderen thuis bezocht en werden zij gefilmd tijdens verschillende spelletjes en taakjes om het opvoedgedrag van moeders te observeren. Ook hebben ouders verschillende vragenlijsten ingevuld. Dezelfde informatie was beschikbaar voor een groep Nederlandse gezinnen met peuters. Tweede-generatie Nederlands-Turkse moeders bleken meer stress te hebben en minder steun van de partner te ervaren, minder sensitief te zijn ten opzichte van hun kinderen en minder vaak op een positieve manier grenzen te stellen dan Nederlandse moeders. Turkse peuters laten echter niet meer probleemgedrag zien dan Nederlandse peuters in gezinnen met een vergelijkbaar opleidingsniveau en evenveel kinder en. Ondanks groepsverschillen is de onderlinge samenhang tussen de opvoedingsgedragingen van moeders en de ontwikkeling van probleemgedrag bij peuters vergelijkbaar in beide groepen. Ten slotte is gebleken dat het behoud van de Turkse cultuur een positieve invloed heeft op het welbevinden van Turkse moeders. Op basis van deze resultaten wordt onder Nederlands-Turkse gezinnen de effectiviteit van een cultuur-gevoelige opvoedingsondersteuning onderzocht die gericht is op het bevorderen van ouderlijke sensitiviteit en positief grenzen stellen. Show less
