Onderzoek naar werkwoordspelling laat zien dat fouten in de vervoeging veroorzaakt worden door o.a. tijdsdruk en homofone werkwoordsvormen, zoals 'verhuist'-'verhuisd' (cf. Sandra, Frisson &... Show moreOnderzoek naar werkwoordspelling laat zien dat fouten in de vervoeging veroorzaakt worden door o.a. tijdsdruk en homofone werkwoordsvormen, zoals 'verhuist'-'verhuisd' (cf. Sandra, Frisson & Daems, 1999; Chamalaun, 2023). Wij onderzochten een ander struikelblok voor veel leerlingen: de spelling van leenwerkwoorden. Dergelijke werkwoorden dienen volgens de officiële spellingregels van de Nederlandse taal te worden vervoegd (Taalunie, 2011, p. 36), maar veelgebruikte ezelsbruggetjes, zoals die om de stam te vinden (wij-vorm minus 'en'), leveren hier het incorrecte 'gam' in plaats van 'game' op. Daarnaast wordt de spelling van leenwerkwoorden, zo blijkt uit onze data, vaak 'verengelst' - in plaats van 'genetflixt' wordt 'genetflixed' geschreven. In deze bijdrage beantwoorden wij de vraag in welke mate de leenwoordstatus van een werkwoord een rol speelt bij het maken van spelfouten. Daarnaast laten we zien in hoeverre er een relatie bestaat tot typen leenwerkwoorden uitgesplitst naar stameinde, zoals -e en -x in bovenstaande voorbeelden. Daartoe vergeleken we in een grootschalige analyse van recente data afkomstig van website Gespeld (Reuneker, z.d.) de door leerlingen gemaakte fouten in de vervoegingen van leenwerkwoorden en niet-leenwerkwoorden. We laten zien dat een beperkt aantal stamuitgangen het grootste deel van de fouten veroorzaakt en we doen suggesties voor het spellingonderwijs. Show less