In het erfrecht is het legaat een belangrijke en veel gemaakte uiterste wilsbeschikking. Veelal dient het legaat een zuiver civielrechtelijk doel: het doen toekomen van een bepaald goed of een... Show moreIn het erfrecht is het legaat een belangrijke en veel gemaakte uiterste wilsbeschikking. Veelal dient het legaat een zuiver civielrechtelijk doel: het doen toekomen van een bepaald goed of een geldbedrag aan een bepaalde persoon. Het legaat leent zich echter bij uitstek ook voor het creëren van allerlei fiscaal ingegeven structuren. Dit onderzoek richt zich op het legaat en de wisselwerking tussen het civiele en het fiscale recht. Beoogd wordt om de kracht van het onderzoek te laten schuilen in de synthese van de civielrechtelijke en de successierechtelijke benadering van vragen rondom het legaat. Een van de centrale onderzoeksvragen is wat onder het regime van de per 1 januari 2010 vernieuwde Successiewet 1956 nog de betekenis is van allerlei in de fiscaal-notariële praktijk gehanteerde structuren waarbij het legaat een rol speelt. Hieraan wordt de vraag gekoppeld of deze toepassingen wenselijk zijn, en – zo neen – op welke wijze de wetgever hiertegen kan optreden of reeds is opgetreden. Tevens is onderzocht of de wetgever in de Successiewet met het bestrijden van (in zijn ogen) onwenselijke structuren niet is doorgeschoten en zijn er aanbevelingen aan de wetgever gedaan. Show less
In 1702, na de dood van Willem III, ontstond tussen Johan Willem Friso en de Pruisische koning Frederik I een erfenisstrijd. Frederik was de sterkste partij, omdat hij via zijn militaire inzet in... Show moreIn 1702, na de dood van Willem III, ontstond tussen Johan Willem Friso en de Pruisische koning Frederik I een erfenisstrijd. Frederik was de sterkste partij, omdat hij via zijn militaire inzet in de Spaanse Successieoorlog de verdeling van de nalatenschap kon be_nvloeden. De Staten-Generaal besloten als executeurs-testamentair beide partijen tijdelijk in het bezit te stellen van een deel van de goederen. Frederik kreeg in 1711 onder andere de Hollandse lenen Westland en Hooge en Lage Zwaluwe. Pas in 1732 sloten Willem IV en Frederik Willem I een definitief Traktaat van Partage. In 1740 besloot Frederik II om zijn Hollandse bezittingen te verkopen, maar het duurde nog tot 1754 voor hij ze aan Anna van Hannover kon overdragen. Een uitzonderlijke erfgenaam beschrijft de erfenisstrijd en de verwerving, het bestuur en beheer, en de verkoop van de heerlijkheid Hooge en Lage Zwaluwe Show less