De afbeeldingen op het omslag: een heilige, een kerk en een priester, staan symbool voor de drie centrale thema__s van deze studie. De heilige verwijst naar de virtuele eigenaar van de kerk. De... Show moreDe afbeeldingen op het omslag: een heilige, een kerk en een priester, staan symbool voor de drie centrale thema__s van deze studie. De heilige verwijst naar de virtuele eigenaar van de kerk. De kerkafbeelding staat voor het onderzoek naar de relatie tussen parochiekerken en kloosters. Het derde thema is dat van de priester in Friesland en zijn (formele) positie. In vijf hoofdstukken komt in Heiligen en Heren aan de orde hoe de wijdingsprocedure in Utrecht in de praktijk liep, hoe de zogenoemde institutie of opdracht tot zielzorg door de aartsdiaken of een ander werd verleend, hoe de landsheer zich met het recht op benoeming of presentatie bemoeide, en in welke mate de centrale overheid het gedrag van priesters echt controleerde. Verder is onderzocht uit welke geledingen van de maatschappij de priesters afkomstig waren en hoeveel van hen een academische opleiding hadden gevolgd. Met dit alles levert dit boek basismateriaal aan voor het bepalen van het sterk lokale karakter van de middeleeuwse kerk in het Noorden van Nederland. Show less
The law of the European Union requires effective enforcement of EU policy, for which criminal law can, and sometimes must be used. This means that the scope of policy freedom that criminal law... Show moreThe law of the European Union requires effective enforcement of EU policy, for which criminal law can, and sometimes must be used. This means that the scope of policy freedom that criminal law authorities can utilize, varies dependent on the applicable legal context. The principle of expediency, which gives the Public Prosecution Service the authority to drop cases conditionally or unconditionally, should be interpreted in a differentiated way, leaving more room for policy choices in certain areas and less in areas where European interests are particularly important. Show less
Het fenomeen kroongetuige mag zich de laatste jaren in grote belangstelling verheugen, niet alleen bij de opsporing en vervolging van grote strafzaken maar ook in de media en in de maatschappij.... Show moreHet fenomeen kroongetuige mag zich de laatste jaren in grote belangstelling verheugen, niet alleen bij de opsporing en vervolging van grote strafzaken maar ook in de media en in de maatschappij. De berichtgeving is meestal niet positief van toon. Doordat kroongetuigen met enige regelmaat overhoop liggen met het OM, wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van die kroongetuigen én aan de rechtmatigheid van de door het OM beloofde tegenprestaties. Is er iets mis met de wijze waarop justitie overeenkomsten met getuigen aangaat? Ligt dat aan het type getuige en heeft het OM heel veel pech gehad met zijn kroongetuigen of zijn er structurele problemen bij de met getuigenbescherming belaste functionarissen? Hoe verhoudt de overeenkomst om een verklaring af te leggen zich tot de getuigenbeschermingsovereenkomst? Is sprake van tekortkomingen op wettelijk of rechtstheoretisch niveau die zich vertalen naar de praktijk? Samengevat: Biedt het geheel aan wet-en regelgeving dat ziet op kroongetuigen en getuigenbescherming een werkbaar juridisch kader voor de strafpraktijk? Op die vragen hoopt dit onderzoek antwoord te geven door de beide overeenkomsten die met een kroongetuige worden gesloten aan een kritisch rechtstheoretisch en praktisch onderzoek te onderwerpen. Er wordt bekeken hoe de problemen die zich in de praktijk voordoen kunnen worden voorkomen en een slagvaardige en rechtsstatelijk verantwoorde kroongetuigenregeling haar plaats binnen het Nederlandse strafproces kan krijgen. Show less
Het komt in Nederland gelukkig niet vaak voor maar soms is wetgeving in strijd met mensenrechten. Burgers kunnen deze schending in Nederland bij de rechter aan de orde stellen. Wat kan de rechter... Show moreHet komt in Nederland gelukkig niet vaak voor maar soms is wetgeving in strijd met mensenrechten. Burgers kunnen deze schending in Nederland bij de rechter aan de orde stellen. Wat kan de rechter doen als hij hen gelijk geeft? Over wat voor gereedschap beschikt de Nederlandse rechter? En gebeurt het ook weleens dat de rechter helemaal niets doet? Die vragen staan centraal in dit boek. Het geeft een uitgebreid overzicht van de constitutionele remedies in de gereedschapskist van de rechter. Het gaat vervolgens in op het gebruik van de rechter om weliswaar vast te stellen dat wetgeving in strijd is met mensenrechten, maar daaraan geen gevolgen te verbinden omdat daarmee ‘de grenzen van de rechtsvormende taak van de rechter zouden worden overschreden’. De rechter vindt het oplossen van de mensenrechtenschending dan een zaak van de politiek. Kan hij dat eigenlijk wel doen? Ubi ius ibi remedium: waar recht is, moet toch ook een remedie zijn? En doen rechters in andere landen dat ook? Het boek bevat een analyse van de eisen die het Europese recht stelt, en een rechtsvergelijking met de constitutionele stelsels in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Canada Show less
In dit proefschrift gaat de auteur op zoek naar de historische realiteit achter de beeldvorming. Op basis van onder meer tientallen interviews laat hij zien dat de wijk al v__r de jaren tachtig... Show moreIn dit proefschrift gaat de auteur op zoek naar de historische realiteit achter de beeldvorming. Op basis van onder meer tientallen interviews laat hij zien dat de wijk al v__r de jaren tachtig verre van homogeen was. Het was een dynamisch stadsdeel met een continu veranderende bevolking. Wel ontwikkelden de blijvers een eigen subcultuur en kwamen ze in de loop van de tijd steeds meer met de rug naar de samenleving te staan. Door zijn historische aanpak veranderd dit proefschrift onze kijk op het fenomeen van de achterstandswijk Show less
How did common people write in the late eighteenth century? Little is yet known on this topic, since our knowledge is mainly based on printed texts written by a small part of the (male) elite... Show moreHow did common people write in the late eighteenth century? Little is yet known on this topic, since our knowledge is mainly based on printed texts written by a small part of the (male) elite population. This dissertation __ written from a sociolinguistic point of view __ gives us new insights into late-eighteenth-century language use. For this purpose a large number of Dutch private letters has been used. These letters were captured by the English in times of warfare between the Dutch and the English and are still preserved at the National Archives in Kew (London). The research is based on a selection of approximately 400 letters, written between 1776 and 1784 by Dutch male and female letter writers from all social ranks. This study into late-eighteenth-century language variation can be regarded as a first broad exploration of this valuable material. Therefore various linguistic phenomena have been examined: forms of address, negation, reflexivity and reciprocity, schwa-apocope, deletion of final -n, diminutives and the genitive and alternative constructions. The case studies clearly establish more variety in eighteenth-century written language than previous studies suggested. Almost every linguistic feature under discussion appears to show social variation, and gender and social class, in particular, are influential factors. Show less
In 1702, na de dood van Willem III, ontstond tussen Johan Willem Friso en de Pruisische koning Frederik I een erfenisstrijd. Frederik was de sterkste partij, omdat hij via zijn militaire inzet in... Show moreIn 1702, na de dood van Willem III, ontstond tussen Johan Willem Friso en de Pruisische koning Frederik I een erfenisstrijd. Frederik was de sterkste partij, omdat hij via zijn militaire inzet in de Spaanse Successieoorlog de verdeling van de nalatenschap kon be_nvloeden. De Staten-Generaal besloten als executeurs-testamentair beide partijen tijdelijk in het bezit te stellen van een deel van de goederen. Frederik kreeg in 1711 onder andere de Hollandse lenen Westland en Hooge en Lage Zwaluwe. Pas in 1732 sloten Willem IV en Frederik Willem I een definitief Traktaat van Partage. In 1740 besloot Frederik II om zijn Hollandse bezittingen te verkopen, maar het duurde nog tot 1754 voor hij ze aan Anna van Hannover kon overdragen. Een uitzonderlijke erfgenaam beschrijft de erfenisstrijd en de verwerving, het bestuur en beheer, en de verkoop van de heerlijkheid Hooge en Lage Zwaluwe Show less
Companies can provide services that are of public interest. Although the primary responsibility of the management of these companies lies with the company, the government may want a say in these... Show moreCompanies can provide services that are of public interest. Although the primary responsibility of the management of these companies lies with the company, the government may want a say in these companies to safeguard public interests. This research focuses on the legal corporate instruments the Dutch government may apply to intervene in such private companies to safeguard public interests. The research concerns private companies in which government bodies have the possibility to a dominant level of influence the management of these companies that provide services with public interests: the Government Undertaking. The position of the State or other government authorities as shareholder, the relation between different private companies with public interests and also the relationship between different layers of government within the institutional set-up of these companies are being discussed by examining Dutch case studies on Government Undertakings (Nederlandse Spoorwegen, Luchthaven Schiphol and TenneT) and a study on comparable legal entities in German, Belgian, French and English company law, The book makes recommendations for the institutional set-up of the Government Undertaking and recommends the establishment of a new legal form to specifically house Government Undertakings Show less
The study aims to provide a description and analysis of the smallest form of the castle in the Netherlands, the solitary tower, usually classified as a ‘tower house’. An attempt has been made to... Show moreThe study aims to provide a description and analysis of the smallest form of the castle in the Netherlands, the solitary tower, usually classified as a ‘tower house’. An attempt has been made to answer such questions as: where do they differ from other castles and are these solitary towers comparable? ‘Solitary’ in this study is defined as existing without outbuildings or perimeter walls, whether emerging directly from a moat, or standing on a small island surrounded by a moat or hill. The research focuses on both extant and documented examples of solitary towers in the Netherlands, dating to approximately 1200-1500AD Show less
As an artist I am fascinated by the phenomenon of place in relation to beginnings and final destinations. This study links up the concept of place with memory, with the idea of transience and the... Show moreAs an artist I am fascinated by the phenomenon of place in relation to beginnings and final destinations. This study links up the concept of place with memory, with the idea of transience and the transition from life to death. My main research question addressed the following concern: how can I present my work in a way so that it both comprises a representation of place and emerges or exists as a place itself? As my research was geared toward places of meaning, I also aspired to create new places of meaning. My search for them involved a journey through time and space __ not just _ la recherche du temps perdu, but also _ la recherche du lieu perdu. My research expanded into various areas that are somewhat affiliated with art, namely archeology, architecture and (art)history. Through my photo works and the installation I created, I intend to share a visual story with the audience and find a way in which viewers of the work may appropriate the story and add to it by mobilizing their own perceptions. My reflections on the quality and characteristics of place took me to the classical houses found in Pompeii and the ancient tombs of Rome and Cerveteri. The connection between these spatial manifestations of life and death as two extremes is essential to me. My historical research made me aware that as an artist I am part of long tradition indeed. As such the artistic sightline cuts across the historical sightline in this work, to which I also added a more personal, autobiographical sightline as a third meaningful dimension Show less
In vier case studies wordt onderzocht hoe het ethische beginsel in de theologie in het denken en doen van D. Chantepie de la Saussaye en J.H. Gerretsen uitwerkte
The key questions posed in this dissertation are centred on the interaction between spectator and artwork. What happens between a spectator and an artwork? How do we experience ‘meaning’ in an... Show moreThe key questions posed in this dissertation are centred on the interaction between spectator and artwork. What happens between a spectator and an artwork? How do we experience ‘meaning’ in an artwork? How may the process of interpretation be understood and articulated? Key concepts of reception theory are extensively discussed, such as ‘the aesthetic object’ and ‘blank space’. To the extent that this is deemed necessary they are given a new denotation and a new theoretical context. Much attention is paid to the theory of German the art historian Wolfgang Kemp. Different notions of spectatorhood are put forward and critically analyzed. The research is based on an art critical practice of many years and on the personal experience of artworks.The research is focused on unravelling and problematising the theoretical terminology of the interaction between artwork and spectator, with the aim of building a new theoretical foundation for this terminology. Hermeneutics and phenomenology, especially the thinking of Hans-Georg Gadamer and Maurice Merleau-Ponty, play an important role in the construction of the argument. Different concepts of spectatorhood are extensively discussed. The dissertation proposes a new set of theoretical concepts to understand the interaction between artwork and spectator. The argument is sustained by concrete examples from contemporary art and art history. Show less
De kern hiervan is een letterontwerp, gebaseerd op de combinatie van een middeleeuws en een hedendaags concept. Het middeleeuwse deel betreft de elfde en de twaalfde eeuw, de romaanse periode, en... Show moreDe kern hiervan is een letterontwerp, gebaseerd op de combinatie van een middeleeuws en een hedendaags concept. Het middeleeuwse deel betreft de elfde en de twaalfde eeuw, de romaanse periode, en in het bijzonder de epigrafie van die tijd: romaanse kapitalen in inscripties. Deze kapitalen werden gedurende tweehonderd jaar in een groot deel van Europa toegepast. Hiernaast zijn velerlei typografische en culturele ontwikkelingen in de twintigste en de eenentwintigste eeuw de bron voor het nieuwe letterontwerp. De Alverata toont enkele middeleeuwse kenmerken die wonderwel met de modernste typografische software en voor hedendaags gebruik is toe te passen. Bovendien kan de Alverata het uitgangspunt zijn voor vernieuwend leesbaarheidsonderzoek. Show less
Postcolonial migrants form the largest migrant groups in the Netherlands in the period 1945-2000. The leading question of this study was by whom, when and why discursive strategies were used in... Show morePostcolonial migrants form the largest migrant groups in the Netherlands in the period 1945-2000. The leading question of this study was by whom, when and why discursive strategies were used in political and public debates on the inclusion or exclusion of postcolonial migrants. Which factors influenced the use of these strategies? Approximately 7.000 newspaper articles (mostly non-digitalized) were used, as were political debates, television broadcasts and novels. By the metaphors, arguments, terminology and words that were used in these debates, we can try to grapple with how these postcolonial migrant groups were perceived in the Netherlands. This influenced the government policies that were formulated. The actors that participated in the debates differed per group and period. Especially pressure groups and journalists were successful in changing or justifying policy. Postcolonial migrant groups are especially interesting in this sense as there were discussions on both their juridical and discursive citizenship. These discussions show that not only juridical citizenship is pivotal to admittance, but the discursive citizenship is equally, if not more, important. The second reason to study these groups is that it is also possible to branch out into premigratory influences on admittance, integration and policy making Show less
Het beperkte recht moet niet worden voorgesteld als een afsplitsing van een deel van de eigendom. Het beperkte recht moet veeleer als een last worden beschouwd die de eigenaar op de eigendom legt... Show moreHet beperkte recht moet niet worden voorgesteld als een afsplitsing van een deel van de eigendom. Het beperkte recht moet veeleer als een last worden beschouwd die de eigenaar op de eigendom legt en voor de beperkte gerechtigde een nieuw, eigensoortig recht schept dat daarvoor nog niet bestond. Deze conclusie wordt getrokken op grond van een zoektocht in de rechtsgeschiedenis en een (nieuwe) analyse van het systeem van het vermogensrecht. Deze opvatting van het beperkte recht zorgt ervoor dat de mogelijke inhoud van dat recht veel minder dogmatische beperkingen kent dan veelal wordt aangenomen. Verplichtingen tot een doen zijn niet langer uit den boze. Show less
Nederland kent geen arbeidsrechter. In arbeidszaken is de kantonrechter de absoluut bevoegde rechter, maar de kantonrechter doet (veel) meer dan alleen arbeidsrecht. Op 1 januari 2013 is de Wet... Show moreNederland kent geen arbeidsrechter. In arbeidszaken is de kantonrechter de absoluut bevoegde rechter, maar de kantonrechter doet (veel) meer dan alleen arbeidsrecht. Op 1 januari 2013 is de Wet herziening gerechtelijke kaart in werking getreden. Als gevolg daarvan is de verplichte instelling van een sector kanton bij elke rechtbank komen te vervallen. Kantonzaken - zaken die op grond van de wet door de kantonrechter moeten worden berecht - bestaan echter nog steeds, net als kantonrechter. Het is aan de gerechtsbesturen overgelaten hoe zij rechtspraak in kantonzaken vanaf 1 januari 2013 organiseren. In het proefschrift van Yvonne Erkens is antwoord gezocht op de vraag hoe arbeidsrechtspraak het best vorm kan worden gegeven. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de specifieke kenmerken van arbeidsrecht en arbeidsrechtelijke conflicten. Op grond daarvan zijn vijf criteria geformuleerd, die enerzijds bepaalde eisen stellen aan de rechter (de arbeidsrechter dient aandacht te hebben voor ongelijkheidscompensatie, hij moet inzicht hebben in en kennis hebben van arbeidsverhoudingen, hij moet beschikken over bepaalde procesvaardigheden en zich in de procedure actief opstellen), anderzijds aan de procedure (de arbeidsrechtelijke procedure dient laagdrempelig te zijn en de rechtzoekende een snelle oplossing te bieden). Een van de conclusies uit het onderzoek luidt, dat arbeidsrecht binnen de rechtspraak als specialisme moet worden benoemd. Show less
The supervision on the coin production in the Republic of the Seven United Provinces and the supply of the smallest denominations (copper duits and silver 1 stuiver) in the province of Holland and... Show moreThe supervision on the coin production in the Republic of the Seven United Provinces and the supply of the smallest denominations (copper duits and silver 1 stuiver) in the province of Holland and West-Friesland in the 18th Century. With information on all the functions involved, illustrated by the official instructions issued by the States-General Show less
Van 1588 tot 1795 vormden de Nederlanden een republiek van zeven soevereine gewesten In de vergadering van de Staten-Generaal in Den Haag overlegden vertegenwoordigers van de gewesten over zaken... Show moreVan 1588 tot 1795 vormden de Nederlanden een republiek van zeven soevereine gewesten In de vergadering van de Staten-Generaal in Den Haag overlegden vertegenwoordigers van de gewesten over zaken van algemeen belang, zoals de gemeenschappelijke landsverdediging en de buitenlandse politiek. Uit naam van de Republiek gaven de Staten-Generaal presenten en vereringen. Aan buitenlandse gezanten die op het punt stonden de Republiek te verlaten, aan brengers van belangrijke berichten en aan dappere soldaten en zeelieden. Er werden verschillende soorten voorwerpen als geschenk gegeven: kostbare tapijten, vaatwerk van goud of zilver, boeken, paarden en zelfs schelpen. Na 1630 werden de gouden ketting, de gouden medaille of de combinatie van beide het standaardgeschenk. Op den duur sprak men van het ‘ordinaris present’. Het present van Staat beschrijft hoe dit ordinaris present ontstond, op welke wijze en aan wie het werd verleend en toont er prachtige voorbeelden van. Show less
In our culture, vocal harmonics fuction as independent musical elements since only a few decades. Thresholds of the audible explores the changing relationship between singers, listeners and... Show moreIn our culture, vocal harmonics fuction as independent musical elements since only a few decades. Thresholds of the audible explores the changing relationship between singers, listeners and harmonics. As a research method a series of compositions (Nulpunten/’Zeropoints’) has been developed, which attempt to make a fresh approach to overtone singing and to the sonic source material of the human body. They spark off further investigations of reality and illusion of our auditory world. Using his experiences with Tibetan monks and Sardinian brotherhoods and the ‘transverbal’ oeuvre of Michael Vetter, Mark van Tongeren develops his notion ‘multiphony of the body’. The last word, according to him, must be given to readers/listeners, who are challenged to shift their thresholds of the audible with the cd It starts here and the performance Incognito ergo sum. Show less