This study examines the following investigative methods that are commonly used in cybercrime investigations: (1) the gathering of publicly available online information, (2) the issuing of... Show more This study examines the following investigative methods that are commonly used in cybercrime investigations: (1) the gathering of publicly available online information, (2) the issuing of data production orders to online service providers, (3) the use of online undercover investigative methods, and (4) performing hacking as an investigative method. For many of these investigative methods, the legal basis in Dutch law is ambiguous. However, a clear legal basis for investigative methods that indicates the scope of investigative methods and the manner in which they are applied must be available. It helps prevent arbitrary application of power by governmental authorities and is therefore essential for protecting the rule of law. The author examines how a foreseeable legal framework for the identified investigative methods can be created that meets the requirements that are derived from the right to privacy in art. 8 ECHR. The borderless nature of the Internet is also taken into account. The question is addressed to which extent digital investigative methods can be applied unilaterally across State borders. The analysis results in a list of recommendations to improve the regulations for digital investigative methods on both the domestic level and the international level. Show less
Recente technologische ontwikkelingen en een toenemende belangstelling voor veiligheidsdenken hebben tot verschuivingen geleid in het privacyrecht. Een stringent privacyrecht staat mogelijk een... Show moreRecente technologische ontwikkelingen en een toenemende belangstelling voor veiligheidsdenken hebben tot verschuivingen geleid in het privacyrecht. Een stringent privacyrecht staat mogelijk een effectief optreden van de politie en het openbaar ministerie tegen onder meer terroristen, fraudeurs en veelplegers in de weg. Daarom worden ruimere bevoegdheden tot het gebruik van persoonsgegevens door politie en justitie noodzakelijk geacht. Om die reden is de Wet politieregisters (Wpolr) per 1 januari 2008 vervangen door de Wet politiegegevens (Wpolg). Diepgaand onderzoek naar de Wpolr leidde tot diverse knelpunten. De vraag is of de Wpolg in staat is de verwerking van politiegegevens effectie ver te waarborgen dan zijn voorganger. De auteur geeft op overzichtelijke wijze inzicht in de veranderingen in het wettelijk regime met de komst van de Wpolg. Het gaat dan om de bevoegdheden tot gegevensverwerking, het kennisnemingsrecht en controle en toezicht op politiële gegevensverwerking. Verder wordt ook de fundamentele vraag onderzocht welke belangen in het gedrang komen bij de verwerking van politiegegevens. Ons onderzoek geeft duidelijk aan dat door de Wpolg meer grondrechten beschermd zouden moeten worden dan het recht op privacy alleen. Met de komst van de Wpolg is de discussie over de reikwijdte en betekenis van de bevoegd - heden tot politiële gegevensverwerking dan ook geenszins ten einde, aldus de auteur. Show less