Inlichtingen- en veiligheidsdiensten moeten tegenover de buitenwereld zwijgen over wat zij precies uitvoeren en weten. Ministers, Kamerleden, journalisten, klagende burgers en ambtenaren hebben... Show moreInlichtingen- en veiligheidsdiensten moeten tegenover de buitenwereld zwijgen over wat zij precies uitvoeren en weten. Ministers, Kamerleden, journalisten, klagende burgers en ambtenaren hebben zich desondanks door de jaren heen intensief - en sinds het vroegste begin - bemoeid met het doen en laten van hun geheime diensten. In meer en mindere mate hebben zij zich in het licht van steeds andere gebeurtenissen een beeld gevormd van de toegevoegde waarde van de veiligheidsdiensten. Ze voerden een discussie zonder eind over de vraag wat die diensten wel én wat ze nadrukkelijk niet moesten doen. Voor de buitenwereld van de Nederlandse veiligheidsdiensten is in de historiografie nog niet veel aandacht voor geweest. Dit proefschrift probeert in die lacune te voorzien door licht te werpen op de wisselwerking tussen de veiligheidsdiensten en hun politieke, ambtelijke en maatschappelijke omgeving. In verschillende periodes in de twintigste eeuw wisten verschillende spelers in de omgeving van de veiligheidsdienst invloed uit te oefenen op de dreigingspercepties, organisatiewijze en legitimiteit van de veiligheidsdiensten. Dat leverde per saldo een nieuw soort veiligheidsdienst op. Waar bijvoorbeeld de Centrale Inlichtingendienst in de jaren twintig, in handen van de bewaarders van openbare orde en veiligheid, vooral in het teken stond van revolutiebestrijding, moest de Binnenlandse Veiligheidsdienst in de jaren zestig als gevolg van maatschappelijke protesten toch vooral democratisch en responsief zijn. Deze aanpak laat zien op welke manier politici, ambtenaren en burgers met hun eigen vijandbeelden op het netvlies steeds een nieuwe veiligheidsdienst schiepen. Show less
Op donderdag 16 september 1982 demonstreerden duizenden mensen op het Binnenhof in Den Haag toen Hans Janmaat beëdigd werd als lid van de Tweede Kamer voor de Centrumpartij (CP). Het bleef niet... Show moreOp donderdag 16 september 1982 demonstreerden duizenden mensen op het Binnenhof in Den Haag toen Hans Janmaat beëdigd werd als lid van de Tweede Kamer voor de Centrumpartij (CP). Het bleef niet bij die ene demonstratie. Omdat ze scherpe kritiek had op het toenmalige immigratie- en integratiebeleid werd de CP vanaf de oprichting in 1980 fel bestreden. In de Tweede Kamer was er een cordon sanitaire; er werden rechtszaken aangespannen; antifascisten verstoorden partijvergaderingen; de media schreven negatief over de partij. En dat veranderde in de loop der jaren niet echt; voor de latere Centrumdemocraten (CD) gold in grote lijnen hetzelfde. In de ban van goed en fout beschrijft voor het eerst – op basis van archiefonderzoek en interviews – op samenhangende wijze de bestrijding van de CP en CD, en ook de reactie daarop van die partijen. Waarom werden ze zo fel werden bestreden? Werd de tegenstelling tussen die partijen en de rest van de samenleving vooral in morele termen gegoten? Was Nederland, kortom, in de ban van 'goed' en 'fout'? Show less
The presence of tens of thousands of Moroccan soldiers in Spain during its Civil War was an encounter between two culturally different people. This thesis researches the impact of the racial... Show moreThe presence of tens of thousands of Moroccan soldiers in Spain during its Civil War was an encounter between two culturally different people. This thesis researches the impact of the racial stereotypes the Spaniards had about the Moroccans on how the Moroccans were treated in the Spanish Army, how their interaction with the Spanish civilian society was regulated, and how far the agency of the Moroccan soldiers themselves determined their own position within the army and within their Spanish cultural surroundings. It appears that rather than passive players in the Spanish conflict, the Moroccans did exercise no little amount of control of their own affairs and on how they interacted with the Spaniards (both military and civilian) in a way that often went beyond what Spanish stereotypes and policies allowed for. The presence of tens of thousands of Moroccan soldiers in Spain during its Civil War was an encounter between two culturally different people. This thesis researches the impact of the racial stereotypes the Spaniards had about the Moroccans on how the Moroccans were treated in the Spanish Army, how their interaction with the Spanish civilian society was regulated, and how far the agency of the Moroccan soldiers themselves determined their own position within the army and within their Spanish cultural surroundings. It appears that rather than passive players in the Spanish conflict, the Moroccans did exercise no little amount of control of their own affairs and on how they interacted with the Spaniards (both military and civilian) in a way that often went beyond what Spanish stereotypes and policies allowed for. Show less
Tussen hamer en aambeeld is a social economic study into several aspects of the goldsmiths profession in Friesland during the seventeenth century. The study, based on comprehensive research in... Show moreTussen hamer en aambeeld is a social economic study into several aspects of the goldsmiths profession in Friesland during the seventeenth century. The study, based on comprehensive research in archives, describes the influence of monetary laws, guilds and trade patterns on the lives and the works of the goldsmiths in Bolsward and Leeuwarden. During the Golden Age the craft was confronted with problems caused by the rigid monetary policy of the Frisian States. The Frisian goldsmiths became evermore depended on the import of silver from Amsterdam. The price of this silver rose while the selling price in Friesland remained fixed. In order to keep the profession exclusive the goldsmiths took protective measures and searched for creative solutions. Around 1672 many of the craftsmen were confronted with financial mishap. Some goldsmiths with a solid reputation, based on objects that survived the ages, set up a trade network with jewelers from Amsterdam. What are the consequences of this trade for the reputation of Frisian silver? The book contains biographies of the goldsmiths from Bolsward and new information about their marks. Show less
Het leven en de carrière van Anthonie van Heim (1693-1746) spelen zich af tegen het decor van het Tweede Stadhouderloos Tijdperk (1702-1747). Als zoon van een raadsheer uit de Hoge Raad en... Show moreHet leven en de carrière van Anthonie van Heim (1693-1746) spelen zich af tegen het decor van het Tweede Stadhouderloos Tijdperk (1702-1747). Als zoon van een raadsheer uit de Hoge Raad en neef van Anthonie Heinsius de raadpensionaris van Holland werd hij na zijn studie rechten in Leiden achtereenvolgens benoemd tot secretaris van de Generaliteitsrekenkamer, vanwege zijn aanleg voor financiële aangelegenheden in 1727 tot thesaurier-generaal van de Unie en in 1737 tot raadpensionaris van Holland. Hij had te maken met de ambitie van de Friese stadhouders, spanningen met Pruisen, met Frankrijk en met de erfopvolging van keizer Karel VI. Deze politieke biografie laat de worsteling zien van een raadpensionaris die beperkt was in zijn handelen door de slechte staat der financiën en gehinderd door binnenlandse tegenstellingen en tegenwerking. Vanwege zijn slechte gezondheid moest hij de regie uit handen geven. Moegestreden overleed hij op weg naar zijn kuuroord, Spa. Show less
According to different diagnoses, the advent of democracy in Chile was characterised by a fragmentation of and crisis within social movements, due to the lack of demonstrations by civilian society... Show moreAccording to different diagnoses, the advent of democracy in Chile was characterised by a fragmentation of and crisis within social movements, due to the lack of demonstrations by civilian society and even due to an absence of civilians. The aim of this study is to examine and open up debate on activation processes and the deactivation of Chilean civil society in particular, paying special attention to the period of democratic reconstruction during the four Concertación governments as a time of social demobilisation. In the same way, this study goes into more depth and broadens academic discussion on the factors that influenced this deactivation. It poses that social demobilisation between 1990 and 2010 was heavily influenced by traumatic post-dictatorial memories, by civil society’s relationship with the state and the paradigm of governability and, finally, by the market and logic of neoliberal modernity. The influence of political, psychological and economic factors as important inhibitors of eventual mobilising actions in the transition become, at the same time, components of this new socio-political mould. With this, new identities became possible and were also brought to light during the 2011 cycle of demonstrations. Show less
The dissertation studies how non-central governments inserted themselves in the integration process between Argentina and Chile. As a case study, the link between the Argentinean province of San... Show moreThe dissertation studies how non-central governments inserted themselves in the integration process between Argentina and Chile. As a case study, the link between the Argentinean province of San Juan and the Chilean region of Coquimbo was addressed through an extensive literature review and more than 70 interviews with key informants. The first chapter presents the theoretical framework, developing the concepts of paradiplomacy, forms of state and centralism. The second chapter provides a historical overview of the role the border area played in the relationship between Argentina and Chile. The third chapter provides an institutional analysis of the Argentinean and Chilean political configurations, shedding light on the different prerogatives and autonomy of their non-central governments. Finally, the fourth chapter analyses the link between Coquimbo and San Juan, especially through the integration committees and the Binational Entity Tunnel Agua Negra (EBITAN), highlighting the fundamental role substate governments played in the bilateral integration process. The dissertation concludes that, through the appropriate international institutionalization and flexibility at the central level, Coquimbo and San Juan proved to be an enormous contribution to integration, something worthy of being replicated not only in Argentina and Chile, but also in other countries of Latin America and the world. Show less
The thesis deals with the way in which western European political scene impacted the Chilean exiles’ political thinking. The methodological approach consists on the interaction of the concepts... Show moreThe thesis deals with the way in which western European political scene impacted the Chilean exiles’ political thinking. The methodological approach consists on the interaction of the concepts political transfer and political learning in the context of exile, the creative processing of political failure - both of ideas and alliances - became the centre of analysis. The latter led to the development of a new political proposal, expressed through the processes known as Socialist Renovation and Socialist Convergence in exile. Despite being a dark moment in the pages of Chilean history, exile proved to be a creative time for national political thought. It was in that context that political leaders developed the intellectual capacity to process failure and give new value to the democratic institutions. This, in turn, led to a process determined by the political transfer of those contextual elements that made more sense to rebuild a political project in Chile. Such political and intellectual reconstruction, not only of ideas but also of ways of doing politics, were on to the foundation of the Coalition of Political Parties for Democracy, which won the presidency in Chile in 1990 and held power until 2010. Show less
Tussen 1609 en 1625 verschenen in Leiden vijf boeken met gedrukte, in ovaal gevatte portretten van Leidse geleerden. Icones (1609), Illustris Academia (1613), Icones, elogia ac vitae (1617) en... Show moreTussen 1609 en 1625 verschenen in Leiden vijf boeken met gedrukte, in ovaal gevatte portretten van Leidse geleerden. Icones (1609), Illustris Academia (1613), Icones, elogia ac vitae (1617) en Athenae Batavae (1625) verschenen bij de Leidse uitgever Andries Clouck; de Leidse kunstenaar Willem van Swanenburg ontwierp 34 portretprenten èn de titelpagina. In 1614 publiceerden Jacob Marcus en Joost van Colster een soortgelijke uitgave, Alma Academia, waarvan samensteller en kunstenaar niet bekend zijn. In dit onderzoek gaat het om achtergrond, context en doel van deze vijf boeken. In de renaissance werd ‘portrettencollecties van beroemde mannen’ nieuw leven ingeblazen. Gedrukte uitgaven daarvan zorgden voor een snelle verspreiding onder humanistische geleerden. In de Republiek ontstonden die aan het begin van de zeventiende eeuw tegen de achtergrond van de opkomst van stadsbeschrijvingen, waaraan Icones en vervolguitgaven nauw verwant aan zijn. In het propagandaprogramma van de Leidse universiteit was de universiteitsbibliotheek een belangrijk middel, maar de universiteit is in formele zin alleen betrokken geweest bij Alma Academia. Johannes Meursius was de samensteller van Athenae Batavae en Illustris Academia. De opmerkelijke aanwezigheid van het portret van Petrus Scriverius, zijn vriendschap met Willem van Swanenburg en zijn financiële onafhankelijkheid maken het zeer aannemelijk dat hij als auctor intellectualis èn als mecenas betrokken is geweest bij de samenstelling van Icones. De boeken waren bedoeld als souvenir en waren een belangrijk desideratum voor de verzamelaar; de portretten waren hoogstwaarschijnlijk ook los verkrijgbaar. De focus van de diverse titels verschoof van een serie losse portretten naar een historisch-chronologische reeks. Pogingen om de portrettencollectie te actualiseerden, strandden. De koperplaten kwamen in bezit van de Leidse drukker/uitgever Pieter van der Aa, die ze nog enkele malen hergebruikte. Show less
This study tackles the topic of public security in Latin America, mainly emphasizing the dynamic at a municipal level. It focuses the Bogotá’s experience in dealing with security between 1995 and... Show moreThis study tackles the topic of public security in Latin America, mainly emphasizing the dynamic at a municipal level. It focuses the Bogotá’s experience in dealing with security between 1995 and 2015. It is claimed that the Colombian capital’s experience of public management during the last two decades has been very valuable, since it shows the impact of dealing with the problem of insecurity at a local level through collaboration with other institutions. The results of this study highlight the everyday institutional complexities that are experienced by Bogotá’s Municipality and Metropolitan Police, as well as the multiple challenges faced by local mayors and police stations. Show less
Democratie van onderaf: het is even verleidelijk als problematisch. Dat zien we niet alleen bij de Occupy-beweging en de Arabische lente, maar ook in de geschiedenis. In 1848 trok een golf van... Show moreDemocratie van onderaf: het is even verleidelijk als problematisch. Dat zien we niet alleen bij de Occupy-beweging en de Arabische lente, maar ook in de geschiedenis. In 1848 trok een golf van revoluties over ons continent. Plotseling kregen miljoenen Europeanen de kans hun stem te laten horen in drukbezochte volksvergaderingen en politieke clubs. In dit moment van gekte leek even alles mogelijk. De toekomst lag open. 1848 – Clubkoorts en revolutie neemt de lezer mee naar de onrustige steden Parijs en Berlijn, twee brandpunten van de ‘Europese lente’. Geerten Waling schetst de dromen en verwachtingen achter de honderden democratische experimenten die er een nieuw publiek debat creëerden. En de politieke realiteit waarmee zij werden geconfronteerd. De revoluties van 1848 werden uiteindelijk allemaal neergeslagen of doofden uit, maar de ervaringen van dat jaar zouden de politieke cultuur in Europa blijvend veranderen. Ze maakten de moderne democratieën mogelijk die wij tegenwoordig als vanzelfsprekend beschouwen. Show less
This thesis engages with the ongoing debate regarding how photographs can contribute to the writing of black South African history. In the field of South African visual history, a... Show more This thesis engages with the ongoing debate regarding how photographs can contribute to the writing of black South African history. In the field of South African visual history, a significant literature explores the “white gaze” that emanates from the administrative and missionary photographic archives of the colonial period. Comparatively fewer studies, however, have addressed how black South Africans pictured themselves, largely due to the presumption that black visual archives are scarce and difficult to access. This thesis draws upon previously unexplored photographic evidence from the mid twentieth century—intimate photographs found in black homes. I argue that these images constitute an alternative archive and original source of history. Such archives present a radically different perspective on black urban communities than that emanating from public photographic collections. Photographic portraiture translates how black South Africans wanted to be seen, according to their own conventions. To study everyday photographic practices is to reflect on the set of values, attitudes and ideas that influenced this exercise of self-representation. This thesis employs a variety of methods and approaches—photo elicitation, identifying patterns in poses and conventions, scrutinizing background details, and locating photographs in today’s landscape—to help unravel the historical relevance of seemingly mundane images. Show less
This thesis discusses the negotiation of custom in the Landraad, a judicial forum set up by the Dutch East India Company (VOC), in eighteenth-century Sri Lanka. The Landraad had a majority of VOC... Show moreThis thesis discusses the negotiation of custom in the Landraad, a judicial forum set up by the Dutch East India Company (VOC), in eighteenth-century Sri Lanka. The Landraad had a majority of VOC officials and a subordinate minority of local headmen. It was a space in which agency was multifarious. The nuances of everyday practice as studied here reveal both rejection and manipulation by local actors. This in turn informs us of everyday life in early-modern colonialism. A choice of laws came into play, that choice being significant at varying degrees for different areas of the law such as evidence, inheritance, land and marriage law. Based on over a hundred cases brought forward by men and women from the Galle district in southern Sri Lanka, the lived experience of legal pluralism is emphasised. This thesis adds an empirical study and the insights of socio-legal studies of legal pluralism to the existing literature on Roman-Dutch law in Sri Lanka. While there was inevitable conflict, in practice the local normative order was as much a social fact for the early colonial rulers as Roman-Dutch law. Show less
