We study several aspects of the formation of galaxies, using numerical simulations. We investigate the influence of about thirty different sub-grid physics recipes for cooling, star formation,... Show moreWe study several aspects of the formation of galaxies, using numerical simulations. We investigate the influence of about thirty different sub-grid physics recipes for cooling, star formation, supernova feedback, AGN feedback etc. on the resulting galaxy populations with large SPH simulations. We investigate several parameters that quantify the environment of galaxies and present the strongest measure of halo mass and a new parameter that is insensitive to halo mass. We look at the effects of input physics and dust attenuation on the simulated luminosity functions and compare luminosity functions directly obtained from simulations, with those using observers' tools on mock images. Regardless of most parameters used for the mock image creation and the detection of sources, these two LFs agree well. The last chapter compares several ways of sampling stellar IMFs in clusters that follow a cluster mass function in order to see how the choice of CMF and sampling method influence the resulting integrated galactic initial mass function. The effects are only significant if the CMF extends as a steep power-law down to a few solar masses. We study the effects of these IGIMFs on the galaxies' integrated photometry and metal and O-star content. Show less
Why do interest organizations do what they do? Organized political activities could find their basis in the desire for organizational survival. Alternatively, the activities of interest... Show moreWhy do interest organizations do what they do? Organized political activities could find their basis in the desire for organizational survival. Alternatively, the activities of interest organizations may be mainly understood in relation to government institutions and public policy. Last, the key rationale for political activities could be seen to relate to certain political principles more generally. Taking account of these contrasting assumptions, this thesis takes an exchange theoretical perspective and examines the activities EU and Dutch interest organizations (n=517) and political claims in the newspaper in seven European countries (n=approx 3000). The key findings are that (1) business interests seem better represented than other types of interests, (2) different types of interests (i.e. NGO⦣8364;™s, businesses, social interests, citizen groups) use very similar tactics to seek influence on public policy, and (3) interest organizations seem to have difficulty in getting access in the news media because ⦣8364;˜official sources⦣8364;™ seem to be preferred by journalists. These and other findings call for an adjustment of some of the classic assumptions in the field of interest group research ⦣8364;“ among others on differences between interests and across systems. It calls for improved theories on variation in political strategies between issues. Show less
Er is door politicologen en bestuurskundigen al veel empirisch onderzoek verricht naar de wijze waarop politici (ministers, wethouders) en ambtenaren met elkaar omgaan. Zelden wordt echter de vraag... Show moreEr is door politicologen en bestuurskundigen al veel empirisch onderzoek verricht naar de wijze waarop politici (ministers, wethouders) en ambtenaren met elkaar omgaan. Zelden wordt echter de vraag gesteld naar het hoe en waarom van de tweedeling zelf. Wat is ten diepste het onderscheid tussen politiek en ambtelijk bestuur? Waarom hebben moderne staten deze tweedeling eigenlijk ooit ingevoerd en waarom handhaven zij haar nog steeds? Is de tweedeling in een tijd van complex netwerk-governance nog wel zinvol? Op dit soort vragen probeert mijn proefschrift een antwoord te geven. Ik betoog dat het onderscheid tussen politiek en ambtelijk bestuur vaak te veel wordt versmald (bijvoorbeeld zo: politici nemen besluiten, ambtenaren bereiden deze voor en voeren ze uit; of politici worden gekozen en ambtenaren benoemd) en pleit voor een veel bredere opvatting van het onderscheid (bijvoorbeeld als democratie/bureaucratie). Verder betoog ik dat de tweedeling in de 19e eeuw is ontstaan als constitutioneel principe, verwant aan de leer van de trias politica van Montesquieu, en als zodanig ook nu nog steeds hoogst relevant is. Haar belangrijkste doelstelling is niet om de (democratische) kwaliteit van de politiek te waarborgen, of de effectiviteit en efficiency van het bestuur, maar om de staatsmacht in zijn geheel te beperken zodat er politieke vrijheid ontstaat voor burgers. Show less
