Deze dissertatie brengt de werkwijze in kaart van de Delftse bestuurscolleges, eind zeventiende eeuw. Dat waren er drie: - De vier burgemeesters vormden het dagelijks bestuur: zij beslisten over... Show moreDeze dissertatie brengt de werkwijze in kaart van de Delftse bestuurscolleges, eind zeventiende eeuw. Dat waren er drie: - De vier burgemeesters vormden het dagelijks bestuur: zij beslisten over alle uitgaven van de stad, deden veel benoemingen en onderhielden contacten met bijvoorbeeld andere steden en het landsbestuur. - Het college van schout, burgemeesters en schepenen, oftewel de heren van de wet, stelde de wetten en regels vast in Delft, en besloot ook over de toepassing ervan. Grofweg de helft van de onderwerpen die bij de heren van de wet ter tafel kwamen, waren aangedragen door de stadsbewoners in de vorm verzoekschriften. - De veertigraad bemoeide zich vooral met het bestuur van heel Holland; de stad had daarin ook daadwerkelijk een stem. Daarnaast had de raad een belangrijke rol bij de jaarlijkse verkiezing van de heren van de wet, evenals van andere bestuurders. Vaak deden de Delftse stadsbestuurders onderzoek voordat zij een besluit namen. Zij informeerden bij betrokkenen, onderzochten hoe hun voorgangers in vergelijkbare gevallen hadden besloten of welke regels andere steden op hetzelfde punt hadden ingesteld. Als het onderwerp ingewikkeld was, benoemden zij een commissie om het onderzoek uit te voeren. seventeenth century, Dutch Republic, City government, magistracy, burgomasters, city council, council of forty, petition, committee, policy Show less
The Wende results in two opposite effects: the university maintains its continuity and quickly starts to thrive in the newly unified German state, while the professional practice of most professors... Show moreThe Wende results in two opposite effects: the university maintains its continuity and quickly starts to thrive in the newly unified German state, while the professional practice of most professors suffers from discontinuity and a lack of connection to the new social circumstances. This antithesis, continuity for the university versus discontinuity for professorial practice, is the central theme. Relatively minor differences between biographies that had developed in the GDR op untill the Wende can be used to explain why the unification of Germany has widely divergent effects for the five hunderd professors of the Humboldt-Universit_t Show less