This dissertation discusses the injunction and whether there is a claim for a preventive remedy. It explains how the injunction is regulated in Dutch law, when it can be pronounced and what the... Show moreThis dissertation discusses the injunction and whether there is a claim for a preventive remedy. It explains how the injunction is regulated in Dutch law, when it can be pronounced and what the grounds for refusal are.Using supranational law, the requirements that a remedy must meet to be effective are examined. It concludes that a remedy is effective if it can enforce substantive rights, can be deployed in a timely manner, has a deterrent function and is proportionate.Three themes are then used to examine whether the national regime is in line with those requirements. In that regard, the role and freedom of the courts, the situation where performance has become impossible, and collective actions against the government are examined.The conclusion is that the national regulation is adequate. Show less
De doelstelling van dit onderzoek is het begrip 'bevrijdend verweer' nader te definiëren, het begrip af te bakenen en structuur in het leerstuk aan te brengen. Een systematische, overzichtelijke... Show moreDe doelstelling van dit onderzoek is het begrip 'bevrijdend verweer' nader te definiëren, het begrip af te bakenen en structuur in het leerstuk aan te brengen. Een systematische, overzichtelijke ordening is hierbij leidraad. De reeds bestaande inzichten over het begrip zijn in het onderzoek verwerkt. Het boek biedt zowel verdieping als praktische toepasbaarheid; het onderzoek beoogt niet alleen de wetenschap te dienen, maar vooral ook de civiele procespraktijk. De insteek is pragmatisch; een zo efficiënt mogelijk gevoerde civiele procedure is voor de rechtspraktijk van groot belang. Aan de praktijkjurist worden instrumenten geboden om een goede analyse te kunnen maken van de stelplicht en bewijslast in een te behandelen zaak; niet alleen aan verweerder ingeval van een mogelijk beroep op bevrijdend verweer, maar ook aan eiser om te kunnen anticiperen op een mogelijk bevrijdend verweer. Regelmatig worden illustratieve praktijkvoorbeelden en processuele tips gegeven. De (relatief) korte (sub)paragrafen van het boek zijn zodanig opgebouwd dat het boek tevens als naslagwerk kan dienen. Het is van belang dat een praktijkjurist zijn bewijsrechtelijke positie kan bepalen op basis van de feitelijke grondslag en weet te anticiperen op de waarschijnlijke bewijslastverdeling. Een advies om al dan niet te gaan procederen of verweer te voeren wint dan aan zeggingskracht. Een goede analyse van de wederzijdse stellingen en de daaraan verbonden rechtsgevolgen is daarbij startpunt. Vooraf moet een oordeel worden gevormd over de haalbaarheid van een procedure in verband met eventuele procesrisico's. Veel gespecialiseerde praktijkjuristen opereren in bepaalde echtsgebieden en zijn zich er soms niet van bewust dat bewijsrechtelijke beslissingen samenhangen met het algemene bewijsrecht, waaronder begrepen regels inzake bevrijdende verweren. Het boek beoogt een gefundeerde toepassing in de rechtspraktijk van het bevrijdend verweer te bewerkstelligen zodat het begrip 'bevrijdend verweer' meer inhoudt dan een toverformule. Show less
On 6 April 2023, Dr. Sabine K. Witting, Center for Law and Digital Technologies (eLaw) from Leiden University, together with Dr. Mark R. Leiser (VU-Amsterdam) and Amy Crocker (ECPAT International)... Show moreOn 6 April 2023, Dr. Sabine K. Witting, Center for Law and Digital Technologies (eLaw) from Leiden University, together with Dr. Mark R. Leiser (VU-Amsterdam) and Amy Crocker (ECPAT International) are launching the outcome report of the 2nd Expert Workshop on the EU Proposed Regulation on online Child Sexual Abuse. The second in a series of workshops was held at VU-Amsterdam on 2nd & 3rd March 2023 and jointly organised by VU-Amsterdam, ECPAT International and Leiden University.The workshop aimed to facilitate open discussions and identify areas of common ground around the proposed Regulation with technical experts from various fields relevant to the proposed Regulation, including child rights, privacy, data protection, platform regulation, and fundamental rights. The proposed Regulation seeks to establish a clear and harmonised legal framework for preventing and combatting online child sexual abuse and has sparked lively debate amongst child rights and fundamental rights experts in the past months. While the goal of protecting children is a common one, concerns have been voiced from a range of groups that mandatory detection measures, if imposed at scale under the proposed Regulation, would violate the rights to data protection, privacy, and free expression as set out under the Charter of Fundamental Rights of the European Union, particularly if applied in the context of end-to-end encryption. The second expert workshop was scheduled to discuss the technology-related aspects of the proposed Regulation. Key themes, including end-to-end encryption and detection technologies, were discussed to support a constructive conversation about whether and how the proposed Regulation in its current form can be applied in the existing legal and technological landscape. The main objective was to better understand the relevant provisions in the proposed Regulation, the current state of the art of detection technologies, the functioning and purpose of end-to-end encryption, and the associated risks related to fundamental rights, including privacy and security. Participants took a distinct fundamental rights perspective to assess which risks are imposed on fundamental rights and what procedural/substantive safeguards might be required in the proposed Regulation to protect such rights.The outcome of the discussions led to recommendations set out at the end of this report (see section 5). These recommendations will be used to discuss potential amendments to the relevant provisions dealing with technology and related safeguards outlined in the proposed Regulation. Show less
Oratie uitgesproken door Prof.mr. Cathalijne van der Plas bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Internationaal Privaatrecht aan de Universiteit van Leiden op 24 maart 2023
