The United States is one of the few countries to have a labor provision in its Model BIT. The 2012 Model includes a more elaborate labor provision than its predecessor. The scope of applicable... Show moreThe United States is one of the few countries to have a labor provision in its Model BIT. The 2012 Model includes a more elaborate labor provision than its predecessor. The scope of applicable labor standards and the level of commitment are more demanding than in the 2004 Model and most other (model) BITs. But unlike US FTAs, it lacks a clear obligation to adopt and maintain ILO standards as a minimum, and does not allow disputes to be submitted to arbitration. Show less
In dit proefschrift heeft Suurland vanuit een rechtstheoretisch en politiek filosofisch kader uitvoerig onderzoek gedaan naar de volgende vragen: •Welke overeenkomsten en verschillen kunnen er... Show moreIn dit proefschrift heeft Suurland vanuit een rechtstheoretisch en politiek filosofisch kader uitvoerig onderzoek gedaan naar de volgende vragen: •Welke overeenkomsten en verschillen kunnen er worden gevonden tussen de politieke, economische, sociale en filosofische achtergronden en de praktische implicaties van het Nazisme, Stalinisme en het Islamisme? •Voor wie is het Islamisme eigenlijk de grootste bedreiging? Voor Moslims of niet-Moslims? •Wat kunnen beleidsmakers en wetgevers, zowel in de niet-Islamitische als Islamitische wereld, leren van de geschiedenis van het Nazisme en Stalinisme als het gaat om het gevaar dat het Islamisme vormt voor hun samenlevingen? •Wat kunnen zij er van leren om dit gevaar te neutraliseren? •Welke plek neemt het Islamisme eigenlijk in binnen het groter kader van het politieke en rechts theoretische denken in de geschiedenis van de Islamitische wereld? •Zijn er wellicht rechtstheoretische methoden van exegese die een alternatief kunnen bieden voor het Islamistisch discours? Show less
Schuman’s Europe: His frame of reference provides an insight into the way European unification was envisioned by its founding father Robert Schuman. The thesis makes clear why Schuman can be... Show moreSchuman’s Europe: His frame of reference provides an insight into the way European unification was envisioned by its founding father Robert Schuman. The thesis makes clear why Schuman can be considered the main architect of European unification because of his thoughts, his personality, his religious background as a practicing catholic and his origins from the region of Alsace-Lorraine. A comparison with several contemporary thinkers shows the uniqueness of Schuman’s thoughts regarding European unification. It explains that Schuman considered the European spiritual and cultural heritage to be the raison d’être of European unification and that this implies effective solidarity beyond frontiers. Schuman’s aim for European unification was peace and security, which should be achieved by political unification through economic integration at the service of the citizen and be consistent with the moral order based in Christianity. Schuman’s method of integration was one of small steps, taking into account the human psyche. He therefore believed that the process of unification would take several generations. According to Schuman the national interests needed to be safeguarded as much as possible, unless they go against the common European interests. Show less
Leerkes, A.S.; Engbersen, G.; Leun, J.P. van der 2012
Im Dezember 2012 wird eine neue Agentur der Europäischen Union ihre Tätigkeit aufneh- men. Die IT-Agentur ist für das Betriebsmanagement von drei IT-Grosssystemen zuständig, welche von ihrer... Show moreIm Dezember 2012 wird eine neue Agentur der Europäischen Union ihre Tätigkeit aufneh- men. Die IT-Agentur ist für das Betriebsmanagement von drei IT-Grosssystemen zuständig, welche von ihrer Funktion her zum Schengen- und Dublin-Recht der EU gehören. Wegen der entsprechenden bilateralen Abkommen ist dies auch für die Schweiz relevant. Im Hinblick auf ihre Beteiligung an der neuen Agentur soll eine Zusatzvereinbarung zu den Abkommen aus- gearbeitet werden. Der Beitrag beleuchtet das Phänomen «EU-Agentur» sowie die rechtliche und operative Beteiligung daran durch Nicht-EU-Mitgliedstaaten wie die Schweiz, mit beson- derem Augenmerk auf die IT-Agentur. Show less
Barkhuysen, T.; Ouden, W. den; Schuurmans, Y.E. 2012
In dit boek staat de fiscale behandeling van Anglo-Amerikaanse trusts en de daarbij betrokken personen centraal voor toepassing van de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969. Hierbij is de fiscale... Show moreIn dit boek staat de fiscale behandeling van Anglo-Amerikaanse trusts en de daarbij betrokken personen centraal voor toepassing van de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969. Hierbij is de fiscale kwalificatie van de verschillende trustverhoudingen – fixed en discretionary trusts – als (non-)transparante entiteit essentieel. In het onderzoek is eerst een model ontwikkeld voor de fiscale kwalificatie van (buitenlandse) rechtsvormen. Op basis van de vastgestelde fiscale kwalificatie van de Anglo-Amerikaanse trust als non transparante entiteit is onderzocht welke knelpunten optreden ten aanzien van Anglo-Amerikaanse trusts en de daarbij betrokken personen. Hierbij is in eerste instantie geabstraheerd van het APV-regime en onderzocht welke knelpunten in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 bestonden vóór invoering van dit speciale regime voor particuliere doelvermogens. Bij deze analyse wordt uitgebreid aandacht besteed aan de rechtspraak en literatuur. Uitgaande van een entiteitsbenadering is een voorstel tot inpassing van de Anglo-Amerikaanse trust in het Nederlandse fiscale stelsel ontwikkeld. Voorts is uitgebreid aandacht besteed aan het APV-regime. Hierbij wordt beoordeeld of de gesignaleerde knelpunten zijn weggenomen met de invoering van het APV-regime en wordt het vergeleken met het inpassingsvoorstel op basis van een entiteitsbenadering. Ten slotte worden enkele voorstellen gedaan tot verbetering van het bestaande APV-regime. Show less
Dit is de eindrapportage van het onderzoek “graffit in beeld” waarin is onderzocht in hoeverre verschillende typen graffiti als overlastgevend worden ervaren. Het gehele onderzoek is opgebouwd uit... Show moreDit is de eindrapportage van het onderzoek “graffit in beeld” waarin is onderzocht in hoeverre verschillende typen graffiti als overlastgevend worden ervaren. Het gehele onderzoek is opgebouwd uit een aantal verschillende onderdelen die in de drie eerdere tussenrapportages uitvoerig zijn toegelicht en in dit eindrapport nogmaals in essentie zullen worden besproken. Ten slotte zullen hierop aansluitende aanbevelingen worden geformuleerd. Op basis van de twee empirische voorstudies (zie tussenrapportage 1. ) is vastgesteld dat mensen onderscheid maken tussen diverse soorten graffiti. Dit onderscheid wordt hoofdzakelijk gemaakt op basis van het type graffiti (tags/throw ups/pieces) en de locatie of achtergrond waarop deze graffiti zichtbaar is. Daarom is ervoor gekozen in de online vragenlijst en het onderzoek in de virtuele wijk het type graffiti en de locatie waarop de graffiti zichtbaar is stelselmatig te variëren. Op deze manier kan worden bekeken hoe de verschillende vormen van graffiti zich verhouden tot de mate waarin deze als overlastgevend worden ervaren (zie tussenrapportage 2. Online vragenlijst). In totaal hebben ongeveer 1000 respondenten de online vragenlijst ingevuld, en zo’n 1500 respondenten hebben deelgenomen aan het onderzoek in de virtuele wijk. Hier hebben respondenten acht verschillende plekken bezocht en daar telkens verschillende typen graffiti tags/pieces/throw ups) beoordeeld. Deze acht plekken waren een tunneltje, parkeerplaats met een auto, speeltuin, winkelpand, woonhuis, skatepark, parkeergarage en een hek/muur (zie tussenrapportage 3. Virtuele wijk). Uit beide studies blijkt: a) dat er grote variatie is in de algemene waardering ten aanzien van graffiti binnen de Nederlandse bevolking en b) dat er grote variatie is in de voorbeelden van graffiti die als overlastgevend worden ervaren. Dit is afhankelijk van: • Het type graffiti; tags (krabbels) worden het meest negatief beoordeeld, daarna de throw ups (dikke gestileerde letters), en de graffiti die het minst negatief wordt bevonden bestaat uit pieces (grote afbeeldingen). • De locatie waar de graffiti zich bevindt; graffiti op een object in het skatepark wordt minder negatief beoordeeld dan graffiti op een huis. De aanbevelingen met betrekking tot het beleid ten aanzien van de verwijdering van graffiti zijn geformuleerd op basis van de bevindingen uit het gehele onderzoek. Ten eerste wordt ingegaan op de noodzaak voor gericht onderzoek naar de overlastbeleving van specifieke graffiti. De ene graffiti is de andere niet. Wanneer mensen gevraagd worden over hun algemene oordeel naar graffiti zijn zij niet negatief. Maar wanneer hen naar specifieke voorbeelden wordt gevraagd, vellen zij wel een negatief oordeel. Om passend beleid te voeren moet dus worden gekeken naar de specifieke elementen van graffiti die maken dat ze meer of minder overlastgevend worden gevonden. De aspecten die hierbij vooral van belang zijn, zijn het type graffiti en de locatie waar deze zich bevindt. Daarnaast wordt ook beschreven hoe een graffitiwijzer gebruikt zou kunnen worden door diverse partijen om graffiti te classificeren om deze vervolgens een daarbij passende verwijderingprioriteit toe te kennen. Ten slotte zullen ook nog een aantal suggesties worden gegeven om maatwerk voor specifieke bewonersgroepen te bewerkstelligen. Deze zijn gebaseerd op lichte verbanden gevonden tussen bijvoorbeeld leeftijd en de mate waarin graffiti overlastgevend wordt gevonden. Show less