Op 10 september 2015 is de Beleidslijn Tijdelijke Natuur in de Staatscourant gepubliceerd. De beleidslijn heeft in essentie als doel dat op braakliggende bouwgronden tijdelijk natuur wordt... Show moreOp 10 september 2015 is de Beleidslijn Tijdelijke Natuur in de Staatscourant gepubliceerd. De beleidslijn heeft in essentie als doel dat op braakliggende bouwgronden tijdelijk natuur wordt gecreëerd en is een gewijzigde voortzetting van eerder beleid. In dit artikel, dat Annemarie Drahmann samen schreef met Fleur Onrust en is gepubliceerd in Bouwrecht (BR 2016/2), wordt uitgelegd hoe de nieuwe beleidslijn werkt en worden de juridische kansen en risico's geschetst. Show less
In 2014 is er weer een aantal interessante uitspraken gedaan over het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet. In dit artikel van Annemarie Drahmann en Fleur... Show moreIn 2014 is er weer een aantal interessante uitspraken gedaan over het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet. In dit artikel van Annemarie Drahmann en Fleur Onrust, dat is gepubliceerd in JFf 2015/28, wordt een overzicht gegeven van deze jurisprudentie. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan de orde: (1) Bestemmingsplan en Ffw; (2) Onderzoeksrapporten; (3) Relativiteitsvereiste en Ffw; ( 4) Vaste rust- en verblijfplaatsen; en (5) Handhaving. Show less
Four strikes and you're out. In deze procedure had de staatssecretaris van economische zaken vier beslissingen op bezwaar genomen (in 2010, 2011, 2013 en 2014) en nog was onvoldoende gemotiveerd... Show moreFour strikes and you're out. In deze procedure had de staatssecretaris van economische zaken vier beslissingen op bezwaar genomen (in 2010, 2011, 2013 en 2014) en nog was onvoldoende gemotiveerd dat aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) was voldaan. De Afdeling ziet hierin aanleiding om zelf in de zaak te voorzien door te oordelen dat de aanvraag wordt afgewezen. De uitspraak van 18 februari 2015 is om twee redenen interessant. De eerste reden is dat helder ingegaan wordt op de drie criteria waaraan een Ffw-ontheffing moet voldoen. Daarnaast is de uitspraak ook interessant voor het algemeen bestuursrecht, omdat de Afdeling zelf in de zaak voorziet in de ontheffingsprocedure, maar niet in de handhavingsprocedure. Show less
Deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland is het signaleren waard, omdat het een van de eerste uitspraken is waar de ‘soortenstandaard’ een grote rol speelt bij de beoordeling van een ontheffing... Show moreDeze uitspraak van de Rechtbank Gelderland is het signaleren waard, omdat het een van de eerste uitspraken is waar de ‘soortenstandaard’ een grote rol speelt bij de beoordeling van een ontheffing die is verleend op grond van de Flora- en faunawet (Ffw). Hierna zal eerst de casus (onder 2) en het wettelijk kader (onder 3) worden geschetst. Vervolgens zal worden ingegaan op de juridische status van de soortenstandaard (onder 4) en de gevolgen van deze uitspraak (onder 5). Show less
In deze noot behandelen wij drie onderwerpen. Ten eerste gaan wij in op het belanghebbendebegrip en de Flora- en faunawet (Ffw). Ten tweede staan wij stil bij (de kwaliteit van)... Show moreIn deze noot behandelen wij drie onderwerpen. Ten eerste gaan wij in op het belanghebbendebegrip en de Flora- en faunawet (Ffw). Ten tweede staan wij stil bij (de kwaliteit van) deskundigenrapporten die ten grondslag worden gelegd aan Ffw-ontheffingen. Ten slotte behandelen wij het begrip vaste rust- en verblijfplaats uit de Ffw. Show less
Voor het voldoen aan een last onder dwangsom is in beginsel geen vergunning vereist. De gegeven last impliceert echter geen toestemming ingevolge de Ffw omdat het college niet het bevoegde gezag is... Show moreVoor het voldoen aan een last onder dwangsom is in beginsel geen vergunning vereist. De gegeven last impliceert echter geen toestemming ingevolge de Ffw omdat het college niet het bevoegde gezag is om deze ontheffing te verlenen. In 2010 heeft het college van B&W van Haaren een last onder dwangsom aan appellant opgelegd. Hierin wordt appellant gelast om een paardenstal met afrastering en lichtmasten te verwijderen en verwijderd te houden en het gebruik van de paardenbak te staken en gestaakt te houden. In de beslissing op bezwaar van 28 november 2011 wordt het bezwaar ongegrond verklaard. Daarnaast wordt de begunstigingstermijn gewijzigd in 1 maart 2012 en wordt ‘het besluit voor het overige gehandhaafd met de aanvulling dat de uitvoering van de last dient plaats te vinden met een omgevingsvergunning voor het slopen en een ontheffing van de Flora- en faunawet (hierna: de Ffw)’. De rechtbank verklaart het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant in hoger beroep gaat. In deze uitspraak zijn met name de overwegingen 5.3 e.v. van de Afdeling interessant die betrekking hebben op de vraag in hoeverre aan een last de voorwaarde kan worden verbonden dat de uitvoering van de last dient plaats te vinden met een omgevingsvergunning en Ffw-ontheffing. Hierna wordt het oordeel van de Afdeling samengevat. Opvallend is dat in de uitspraak niet ingegaan wordt op het zogenaamde 'aanhaken' van de Ffw bij de Wabo. Daarop wordt in de annotatie BR 2014/9 wel ingegaan. Show less
Voor een ruimtelijke ontwikkeling is vaak een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) nodig. Deze ontheffing zal aan een aantal criteria moeten voldoen. Voor de strikt beschermde dier-... Show moreVoor een ruimtelijke ontwikkeling is vaak een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) nodig. Deze ontheffing zal aan een aantal criteria moeten voldoen. Voor de strikt beschermde dier- en plantensoorten geldt dat pas ontheffing wordt verleend als met die ontheffingverlening een belang wordt gediend zoals omschreven in de Habitat- of Vogelrichtlijn, Ffw of het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (Bvbs). Eén van de in de Habitatrichtlijn (Hrl) genoemde belangen is de dwingende reden van groot openbaar belang. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wanneer sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang en hoe dit kan worden aangetoond. De aanleiding om dit artikel te schrijven in tweeërlei. Ten eerste zal de dwingende reden van groot openbaar belang vaker als grondslag voor een Ffw-ontheffing gaan dienen. Ten tweede heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling of ABRvS) zich recent in twee uitspraken uitgelaten over dit begrip. Show less
Het komt in de praktijk veel voor dat men een gebouw wil slopen, maar dat zich in dit gebouw vleermuizen bevinden die beschermd worden op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) en de... Show moreHet komt in de praktijk veel voor dat men een gebouw wil slopen, maar dat zich in dit gebouw vleermuizen bevinden die beschermd worden op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) en de Habitatrichtlijn. Wat dan te doen? De oplossing wordt vaak gevonden in het proberen de vleermuizen te laten ‘verhuizen’ naar een nieuw onderkomen door het te slopen gebouw ongeschikt te maken voor vleermuizen. Zo ook in de casus die aanleiding gaf tot de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 november 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:1926).Op grond van artikel 11 Ffw is het verboden om zonder ontheffing vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.In de uitspraak komt de vraag aan de orde of het aanbrengen van gaten in de muur om de vleermuizen te verjagen een verstoring is waarvoor een ontheffing moet worden aangevraagd.De Afdeling oordeelt dat dit in beginsel het geval is. Het maken van tochtgaten vormt in de regel een ontheffingplichtige verstoring van een vaste verblijfplaats.Toch oordeelt de Afdeling hier anders. Nadat de gaten waren gemaakt, hebben deskundigen namelijk onderzocht of er nog vleermuizen in het gebouw zaten. Uit dit onderzoek bleek dat het maken van gaten niet heeft gefunctioneerd als middel om de vleermuizen te verjagen.Het maken van de tochtgaten is dus ineffectief gebleken. Het is mogelijk dat tijdens het maken van de gaten sprake is geweest van een tijdelijke verstoring van de vaste rust- en verblijfplaats van de vleermuizen. Nu het maken van de tochtgaten echter niet heeft geleid tot het verjagen van de vleermuizen, heeft de activiteit dus geen blijvend negatief effect gehad en is artikel 11 Ffw niet overtreden.De vraag is of uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat de Afdeling van oordeel is dat bij een tijdelijke verstoring artikel 11 Ffw niet wordt overtreden. Hierop wordt in de annotatie BR 2014/8 nader ingegaan. Show less
Ten onrechte geen nader onderzoek verricht om te kunnen beoordelen of sprake is van handelingen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen op grond van de Flora- en faunawet moet worden... Show moreTen onrechte geen nader onderzoek verricht om te kunnen beoordelen of sprake is van handelingen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen op grond van de Flora- en faunawet moet worden aangevraagd voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend.In deze noot zullen wij ingaan op de overwegingen inzake de Flora en faunawet (Ffw) (r.o. 5 e.v.) uit deze uitspraak. Centraal staat een verleende omgevingsvergunning aan een stichting voor het bouwen van een hostel in afwijking van het bestemmingsplan en het aanleggen of veranderen van een uitweg ten behoeve daarvan. Een Ffw-ontheffing was door de stichting niet aangevraagd. Eén van de appellanten stelt zich op het standpunt dat de stichting ten onrechte niet gelijktijdig met de aanvraag om de omgevingsvergunning een Ffw-ontheffing heeft aangevraagd. In reactie op deze stelling van appellant overweegt de Afdeling (r.o. 5.2) dat ‘Anders dan [appellant sub 1] stelt, (het) (…) ingevolge artikel 2.7, eerste lid, van de Wabo niet vereist (is) dat de stichting gelijktijdig met de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor bouwen, een aanvraag voor activiteiten die ingevolge de Ffw vergunningplichtig zijn had moeten doen’. Deze overweging van de Afdeling zou verwarring kunnen zaaien. Want hoe zit het dan met de zogenaamde ‘aanhaakverplichting’, geldt deze nu wel of niet? Hierop wordt hierna onder 2 ingegaan. Vervolgens wordt onder 3 nog kort ingegaan op de vraag wanneer een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) is vereist. Show less
Op 6 september 2012 en 7 februari 2013 heeft de Rechtbank Utrecht twee uitspraken gewezen over het ontbreken van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) bij de verlening van een... Show moreOp 6 september 2012 en 7 februari 2013 heeft de Rechtbank Utrecht twee uitspraken gewezen over het ontbreken van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) bij de verlening van een omgevingsvergunning. De Rechtbank Utrecht oordeelt dat bij de aanvraag om een omgevingsvergunning het college altijd een vvgb zal moeten aanvragen bij de minister, tenzij ‘evident’ is dat geen Ffw-ontheffing of vvgb is vereist. Bij de beoordeling van die evidentie mag het college geen betekenis hechten aan eventuele mitigerende of compenserende maatregelen. Wij hebben gewezen op het onderscheid dat gemaakt moet worden tussen mitigerende en compenserende maatregelen: slechts mitigerende maatregelen kunnen worden betrokken bij de vraag of overtreding van een verbodsbepaling kan worden voorkomen en géén Ffw-ontheffing vereist is. De evidentietoets die de rechtbank hanteert is strenger dan de toets die de minister zelf hanteert. Een projectuitvoerder kan een ‘positieve afwijzing’ aanvragen, maar is hiertoe niet verplicht. De uitspraak van de rechtbank heeft tot gevolg dat de aanvrager van een omgevingsvergunning verplicht wordt om het college te vragen een ‘positief geweigerde vvgb’ bij de minister aan te vragen. Dit lijkt ons echter niet de bedoeling van het stelsel van de Wabo en Ffw. Een uitspraak van de Afdeling zal hierover uitsluitsel moeten geven. Show less
Op 6 september 2012 en 7 februari 2013 heeft de Rechtbank Utrecht twee uitspraken gewezen over het ontbreken van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) bij de verlening van een... Show moreOp 6 september 2012 en 7 februari 2013 heeft de Rechtbank Utrecht twee uitspraken gewezen over het ontbreken van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) bij de verlening van een omgevingsvergunning. De Rechtbank Utrecht oordeelt dat bij de aanvraag om een omgevingsvergunning het college altijd een vvgb zal moeten aanvragen bij de minister, tenzij ‘evident’ is dat geen Ffw-ontheffing of vvgb is vereist. Daarnaast behoort ook de beoordeling van de (kwaliteit van de) natuurwaardenonderzoeken tot het domein van de minister. Bij deze beperking van de bevoegdheden van het college is een aantal vraagtekens te plaatsen. Ook hier zal een uitspraak van de Afdeling uitsluitsel over moeten geven. Show less
Voor het uitvoeren van projecten en werkzaamheden kan op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) een ontheffing zijn vereist. Dat is het geval indien er – kort gezegd – (individuele) beschermde... Show moreVoor het uitvoeren van projecten en werkzaamheden kan op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) een ontheffing zijn vereist. Dat is het geval indien er – kort gezegd – (individuele) beschermde dieren of planten in het gebied voorkomen waar de ontwikkeling of werkzaamheid zal plaatsvinden en er mogelijk verbodsbepalingen worden overtreden. Voor de beantwoording van de vraag of in een specifiek geval een ontheffing op grond van de Ffw is vereist (en kan worden verkregen) heeft EL&I voor de praktijk een stappenschema opgesteld. Aanleiding voor dit artikel is een serie recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) waaruit blijkt dat het stappenschema van EL&I nuancering behoeft. In dit artikel zetten wij uiteen op welke wijze het bestaande stappenschema kan worden uitgebreid en aangepast om zo voor de praktijk weer als een handig hulpmiddel voor het doorlopen van de verschillende stappen in de Ffw te kunnen dienen bij de beantwoording van de vraag of een ontheffing op grond van art. 75 Ffw is vereist. Show less