In de moderne informatiemaatschappij zijn steeds meer burgers actief op internet. Het gevolg is dat grote aantallen persoonsgegevens digitaal beschikbaar zijn voor de politie. Voorts groeit de... Show moreIn de moderne informatiemaatschappij zijn steeds meer burgers actief op internet. Het gevolg is dat grote aantallen persoonsgegevens digitaal beschikbaar zijn voor de politie. Voorts groeit de opslagcapaciteit van computers per jaar en worden ze voortdurend slimmer. Zodoende kan de politie in grote hoeveelheden data bepaalde relevante verbanden vinden. Voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten maken politiediensten veelvuldig gebruik van de nieuwe technische mogelijkheden. De effectiviteit van de opsporing wordt daardoor gestaag vergroot. Dit brengt echter ook risico's mee voor de vrijheid en privacy van onverdachte burgers. De auteur beschrijft vanuit een juridisch technologisch perspectief in hoeverre intelligente ict-toepassingen in politiële informatiesystemen kunnen bijdragen aan het effectief waarborgen van het recht op privacy. In het bijzonder wordt gekeken naar de technische mogelijkheden om de elektronische uitwisseling van politiegegevens te reguleren. De kernvraag is: staat het recht op privacy op gespannen voet met de geautomatiseerde uitwisseling van politiegegevens? Het antwoord is complex. De toekomst heeft diverse verrassingen in petto, aldus de auteur. Dit is een boek in de Meijers-reeks. De reeks valt onder verantwoordelijkheid van het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Dit boek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma 'Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity'. Show less